241 het vonnis niet tevreden, dan kan men bij het besturend hoofd van het landschap in appèl komen. Belangrijke civiele zaken en misdrijven worden in eerste instantie door het besturend hoofd in eene verga dering door van Langen moesapat genoemd berecht, waarin ke- tjihik s, petoeha's, enkele oudsten en de imam en de chatib zitting hebben. Is er een kadli dan neemt deze, in plaats van de imam en chatib, zitting. Hoewel zulks volgens den Koran en de adat verboden is, eigenen de rechters zich een gedeelte der boeten toe. In de Onderhoorigheden met Maleische bevolking volgt men bij de rechtspraak de Menangkabausche adat. Het geringe gezag, dat de hoofden over het algemeen over hunne onderhoorigen bezitten, en de weinige middelen, waarover zij kun nen beschikken om zich te doen gehoorzamen, zijn oorzaak, dat men ook in de onderhoorigheden meestal zijn eigen rechter is en daar feitelijk de adat èh heerscht. Yan daar dat er roof, moord en doodslag niet zeldzaam en de bila er nog in vollen bloei is. Over het algemeen kan gezegd worden, dat in de Maleische staatjes (Zuidelijk van Soesoe tot en met Tampat Toewan) de veiligheid van personen en goederen nog het beste gewaarborgd is. Eigenlijk gezegde belastingen behalve de zakat en pitrah vond men onder het sultanaat in verschillende vormen. De hoofdbronnen van inkomsten der sultans waren de in- en uitvoer rechten, het recht op den verkoop van opium, eene schatting op den uitvoer van peper en pinang benevens eene belasting op vogelnestjes. Allerlei knoeierijen hadden plaats bij de bepaling van de hoe grootheid der rechten. Een douanedienst bestond niet. Ten einde ontduiking van rechten te voorkomen werd de handel gemonopoliseerd. Bij aankomst van een schip met handelswaren nam de havenmeester sjahbanddralles in ontvangst. De lading mocht uitsluitend aan hem worden verkocht, die haar in een daarvoor bestemd pakhuis opsloeg, alwaar de kleinhandelaren zich van het noodige konden voorzien. Dit gold alleen voor de bandar Atjeh en voor de Atjeh- rivier. Aan de monding 'koewalawoonde de vlaggeman kedjoe- roewan koewala), die de aankomst van schepen aankondigde, van elk schip voor eiken mast 3 dollar ontving en tevens als leverancier van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 252