246 Behalve deze rakan's beschikken de hoofden van het verzet in Groot-Atjeh nog over eene reserve voor den oorlog tegen de kafir's, bestaande uit gewone kampongbewoners, aangeworven met de bepa ling, dat zij hunne gewone bezigheden kunnen blijven verrichten, doch altijd gereed moeten staan om bij oproeping mede te strijden. De waarde dezer strijders is natuurlijk veel geringer dan die der rakan's. Zij denken meer aan vrouw en kind en huis en haard dan aan het gevecht en snakken naar de weder uitoefening van het landbouwbedrijf, wanneer aan de vijandelijkheden eenige uitbreiding wordt gegeven. Behalve bovengenoemde lijfwacht des sultans waren in den bloei tijd van het sultanaat twee aanzienlijke hoofden uit de geslachten Rama Setija en Orang kaja Sri Maharadja Lela met de handhaving van rust, orde en veiligheid belast. Bovendien waren eenige om het sultansgebied wonende hoeloebalang's als kaïoaVs voor de veilig heid om den Kraton aansprakeljjk. Ka de ontbinding van die lijfwacht en het uitsterven van beide geslachten was in het sultansgebied geene sprake meer van eene eigenlijk gezegde politie. VI. Politieke beteekenis der Onder hoor ig heden. De Noordkust. De federati'ên van Pedir en Gigiëng. Van de Onderhoorigheden weet men nog weinig. Bestuur en rechts wezen waren of zijn het is reeds in hoofdstuk V gezegd in elk der kuststaatjes op den leest geschoeid van hetgeen daarvan in Groot- Atjeh werd aangetroffen voor zoover de geringe uitgestrektheid van het meerendeel dier staatjes en de wanorde, die ook in vele ervan heerscht, toelaten van eenige organisatie te spreken. Hoe machtig ook enkele der hoofden van de Onderhoorigheden gedurende den loop der tijden zijn geworden, naar mate het gezag der sultans verminderde, heeft geen hunner zich ooit van dat gezag geheel onafhankelijk gemaakt. Bij onze komst in Atjeh erkenden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 257