251
opium niet werken. De kleine man zou tegen de leiders der partij
van actie en de „orang moslemin" in verzet komen, de adathoofden
zouden het voorbeeld geven.
Onze geringe waardeering van de schoone positie, die we in Noord
Sumatra in bezit hebben genomen, deed ons op Poeloe Bras in
stede van Poeloe Weh een vuurtoren bouwen en tien jaren later
op het onzinnige denkbeeld komen, die positie te verlaten om zeven
jaren later in de kaarten van Singapore en Engeland te spelen door
in ernst aan eene spoorwegverbinding van het Ombiliënsteenkolenveld
met straat Malaka te denken.
Of wij willen of niet we moeten op de noordelijkste punt van Neder-
land's gezag in Azië meer activiteit ontwikkelen. Men zij indachtig, dat
velen bij eene politiek van non-interventie belang hebben. De
handel op Atjeh zocht ten allen tijde voordeel in verdeeldheid, hier
hoofden steunende en zich dien steun duur latende betalen, ginds
uitbreiding van gezag, zij het ook ten koste van wettige hoofden, aan
moedigende, al naarmate er kans bestond om de meeste peperladingen
op de voordeeligste voorwaarden te verkrijgen en concurrenten den loef
af te steken. Burgerkrijg en handel werden in Atjeh onderling gevoed.
De aan de riviermondingen gevestigde hoofden trokken van dezen
toestand het meeste voordeel. Yandaar een voortdurende strijd om het
bezit van havenplaatsen. De invoer van vuurwapens, munitie en opium
was onmisbaar voor het sluiten van voordeelige handelstransactiën en
het verkrijgen van handelsbuit. Een schipper of supercarga, die
eene lading wilde machtig worden, moest vaak door het leveren van
geweren, munitie en opium een Atjehschen debiteur in staat stellen,
zich met geweld van het gewenschte product meester te maken of
het tegen de roofzucht van anderen te verdedigen. Zij, die eenmaal
havenkoningen waren, trachtten bondgenootschappen aan te gaan met
de hoeloebalang's der binnenslands gelegen staatjes ten einde niet
alleen hunne vaak betwiste positie sterker te maken doch ook ver
meerdering van productenafvoer naar hunne havens te verkrijgen.
Zij, die er belarig bij hebben, dat het Nederlandsch gouvernement
deze middeleeuwsche toestanden laat voortbestaan, kunnen even wei
nig met eene goed georganiseerde scheepvaartregeling als eene effect
hebbende blokkade ot sluiting ingenomen zijn. Het intreden van