253 welke de gebeurtenissen ons geleerd hebben, alles af van subjectieve beschouwingen, die geheel van elkander afwijkende beslissingen in het leven kunnen roepen, waarbij bovendien omstandigheden van invloed zijn, die de mensch niet vermag te beheerschen. De grootste en schranderste staatslieden ondervinden teleurstellingen, die zij niet hadden verwacht, wanneer hunne beslissing niet in overeenstem ming is met den wil van het bij de politiek betrokken volk. De critiek stempelt dan zeer vaak hunne overigens goed overwogen daden tot fouten. Heeft het staatsbestuur eenmaal uitgemaakt welke politiek tegen over eene vijandelijke bevolking behoort te worden gevolgd, dan moet het militair beleid zijne strategische-en tactische gedragslijn naar die politiek regelen. In geen land ter wereld mag de hoogste militaire autoriteit de politiek aan zijne strategie en tactiek onder geschikt maken. Hij, die als militair bevelhebber optreedt, moge de politieke gedragslijn der regeering onhoudbaar vinden, zijn plicht gebiedt hem, de zijne daarmede in overeenstemming te brengen ot zijn ontslag aan te bieden, wanneer de regeering in de hare geene verandering wenscht te brengen. De hoogste militaire autoriteit is gehoorzaamheid verschuldigd aan hem, die de teugels van het bewind voert van af het oogenblik, dat hij zijne positie niet voor een zoo belangrijk meeningsverschil wenscht te verlaten. Door in dit geval oppositie te blijven voeren, verzwakt hij het prestige der regeering. De oorlog is niets anders dan één der middelen om een staat kundig doel te bereikeD, de ultima ratio, waartoe de staatkunde haar toevlucht neemt om haar doel te bereiken. Het staatkundig beleid moet daarom het militair beleid beheer schen. Het behoort, daar de oorlog ondergeschikt is aan de staat kunde, tot de rechten en plichten der regeering om den oorlog» dien zij laat voeren, in zijne politieke gevolgen te leiden, de alge- meene richting daarvoor aan te geven, te beslissen of die offensief of defensief zal zijn, de middelen van allerlei aard, in de eerste plaats de strijdmiddelen, die zij daarvoor beschikbaar wil stellen, te regelen of te beperken, zonder dat de staatkunde rechtstreekschen invloed op de krijgsoperatiën mag uitoefenen. Dit behoort tot dien tak der Dl. I, 1897. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 264