259 ontraden. Overigens werd al het mogelijke gedaan om aan de eischen van Atjeh te voldoen. VIII. De Opperbevelhebber-Regeerings- of Gouvernementscommissaris en de militaire Gouverneur met liunne militaire en niet-militaire organen. Vereenig cl civielen militair gezag. In den volksoorlog speelt het karakter van den opperbevelhebber eene groote rol. Door gemis van eene behoorlijke militaire opleiding waren, zooals reeds gezegd is, de administratieve en politieke bekwaamheden van den Luitenant-Generaal Baron JUerkus de Koek, volgens bevoegde tijdgenooten, grooter dan zijne militaire; maar wat hem ontbrak aan militaire vakkennis werd in zijne hooge positie grootendeels ver goed door zijn tact om zich door kundige personen te doen bijsiaan (zooals dit gebleken is bij de expeditie naar Palembang in 1821 en gedurende den oorlog op Java van 1825 tot 1830), zijne diplomati sche bekwaamheden en geschiktheid om met inlandsche hoofden om te gaan, zijne vaardigheid in het voeren van de pen, zijne onder alle omstandigheden correcte houding en vormen, die hem stempel den tot den man van opvoeding en beschaving, maar voornamelijk door zijne karaktereigenschappen, zijne moraliteit, die van hem, vol gens het gros der personen, die met hem in aanraking zijn gekomen, een edel en braaf mensch hebben gemaakt met eene ernstige opvat ting van zijne plichten en een diep gevoeld besef van zijne verant woordelijkheid. Ais men nagaat, welke diensten deze man in Indië heeft bewezen, is men geneigd, naar een ouden paedagogischen raad te luisteren: „vorm eerst karakters en daarna geleerden". Zijn karakter- adel en wilskracht niet de meest vermogende factoren om invloed uit te oefenen op de tijdgenooten en is het niet door een Eogelsch schrij ver gezegd, dat de menschen van karakter het geweten der maat schappij zijn? Daar ligt in de optreding van den Generaal de Koek in den bloedigen oorlog op Java zoo veel, dat tot voorbeeld kan strekken om een volk als het Atjehsche tot rust te brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 270