266
In een nog niet of nauwelijks overwonnen land is een onverdeeld,
door officieren uitgeoefend gezag noodig om zoowel de hoofden
als de bevolking voor te bereiden op een later, meer normaal,
het zuiver burgerlijk bestuur. De Indische bewindslieden uit de
oude school waren door de ondervinding daarvan doordrongen. Zij
hielden rekening met de bijzondere geaardheid van den oosterling-
mohamedaan, die alleen voor de macht bukt, waartegen hij niet op
gewassen is en, zoodra hij inziet, dat hij zijn meester heeft gevon
den, het hoofd buigt en zich in zijn lot schikt met het hem eigen
fatalisme. Geweld moet vermeden worden, wanneer het niet onver
mijdelijk noodzakelijk is, doch in het tegenovergestelde geval moeten
wij niet door zachtzinnigheid of overtuiging door redeneering naar
ons doel streven: de oosterling- mohamedaan is daarvoor ten eenen-
male onvatbaar.
De Majoor Hendriks schreef in een opstel over het oorlogvoeren
op Sumatra, waaraan hij ten tijde der Padri's had deelgenomen:
„zoo lang de Sumatraan ziet, dat ons bestuur krachtig georganiseerd
is, acht hij ons of is hij althans voor ons bevreesd." Als Comman
dant van het Indische leger schreef de Generaal van Swieten aan
den Gouverneur-Generaal Sloet van den Beele, dat de officier meer
dan de civiele ambtenaar de gewoonte heeft om het gezag te voeren
en de hebbelijkheid om zich zonder moeite te doen eerbiedigen. Het
beginsel, weggelegd in art. 68 van het Indisch regeeringsreglement
i® zeer 80ed> maar moet alléén in tijd van vrede worden toegepast.
In tijd van oorlog is een krachtig bestuur alleen mogelijk door de
vereeniging van het hoogste civiel en militair gezag in militaire hand.
„Pourquoi un chef militaire a-t-il paru jusqu'ici plus particulière-
ment propre h exercer cette autoritévroeg Charles de Mazade en
zijn antwoord luidde o. m„ paree qu'il est la force vivante el visible
aux ijeux de populations qui ne s'inclinent que devant la force;"'''
omdat het vereenigd civiel en militair gezag is: la seule autorité
possibleefficacedans un pays oü la première loi est d'etre sans
cesse sous les armes" (1)
Elders heb ik gezegd, dat de vereeniging van het civiel en het
militair gezag in militaire hand het correctief is voor het gemis
(1) Revue des deux mondes, 1881.