270
optredeu en dan weder groote welwillendheid toonen. Deze opmer
king is zeer juist. Dergelijke karakters zijn inderdaad zeer zeld
zaam. Van daar, dat de volksoorlogen in den regel zoo lang duren.
De opperbevelhebber is óf zwak óf stoot iedereen van zich af door
zijne gestrengheid. Het mengsel van zwak en sterk zoude natuurlijk
toch altijd zwakheid toonen en deugt dus ook niet. Alleen eene
welwillendheid, die kracht toont, eene main de fer dans un gant
de velours, is derhalve goed. In Atjeh was men het eene oogen-
bük zeer streng en dan kwam de reactie, die het volgende oogenblik
zwakheid, ja, vaak de grootst mogelijke zwakheid liet zien.
De Generaal Roguet noemde den volksoorlog een guerre oü Vopinion
et le moral ont tant cTinfluence.
De Generaal Hugo schreef
„Dans les guerres dont l'opinion est la cause, c'est l'opinion qu'il faut
conquérirune fois cette tache remplie, on trouve peu d'obstacles a la
réussite des autres desseins."
Van den Generaal Kléber, die zich op het laatst der vorige eeuw
in Egypte naam heeft gemaakt, werd getuigd:
„Au génie militaire Kléber joignait la tolerance et la bonté, qualités
ïndispensables dans une guerre pareille. II voyait qu'il ne suffisait pas
de vaincre les révoltés par la force, et qu'il fallait détruire, non-seule-
ment leurs armées, mais encore leurs préjugés. Si l'on s'imposait par
la contrainte, les passions continueraient a gronder sourdement et pour-
raient éclater de nouveau d'un jour a l'autre. II fallait persuader les es
prits et gagner les coeurs."
Van den Generaal Hoehe getuigde Napoleon I:
„Cet habile Hoche, politique profond, si grand dans sa simplicité, si
magnanime dans sa conduite, patriote fanatiquë, main humain; terrible
quand il avait tiré le sabre et clément lorsque l'ennemi tombait a genoux."
Zoolang aan den Atjehschen oorlog door ivapengeweld alleen geen
«inde kan worden gemaakt, moeten de staatkundige middelen om tot
zoodanig einde te komen, eene groote rol spelen.
In 1830 schreef de Generaal de Koek aan den Commissaris-Ge
neraal du Bus de Gisignies