272 zucht eenmaal opgezweept zijn, komen zij niet spoedig tot bedaren. De opstanden op Java, Sumatra en Borneo hebben lang geduurd, niettegenstaande wij er reeds gevestigd waren en voorname hoofden met een deel der bevolking aan onze zijde stonden, In Atjeh hebben wij met een invasieoorlog en een volk te doen, dat zijne onafhanke lijkheid tegen eene in zijn oog onbillijke agressie verdedigt, waardoor de zedelijke kracht aan zijne zijde is. De oorlog in Spanje onder Napoleon I heeft ons geleerd, dat die kracht niet door wapengeweld alléén was te vernietigen. De Generaal Gouvion St. Cyr schreef: „En Catalogne, loin d'exaspérer les populations, il fallait au contraire travailler a les calmer, et ménager leur ardeur pour seconder l'armée dans les grandes circonstances." Men deed dat echter niet. Uitgerukt moest er worden op grooteen kleine schaal en met welk gevolg voor de door Gouvion St. Cyr be doelde „populations"? „On les a excitees sans cesse, on les a menées chaquejour au feu, on les a fatiguees, harassées; on les a forcées a deserter leurs habitations, dans le voisinage de la mer, pour s'embarquer, et dans l'intérieur, pour bivouaquer sur les montagnes oh ils périssaient de misère, a la vue de leurs foyers livrés, par leur abandon, a la discretion du soldat ennemi." Hoe is het met de bevolking in Groot Atjeh gegaan, toen onze troepen voor het eerst de welvarende IX moekim's binnendrongen Gedeeltelijk onder de pressie der zoogenaamde geestelijke partij, ontvluchtte zij hare kampongs en legerde zij zich tegen de hellingen van den Gleh Rajja, in het gezicht onzer zegevierende troepen. Wht er verder met haar is gebeurd, kan men aan de talrijke begraaf plaatsen zien op die hellingenzij, die er niet stierven, trokken naar de Westkust (Teloq Kroeët en Daija), de XXII moekim's en de Noordkust (Pedir), waar zij de gastvrijheid zeer duur moesten betalen. Men onderwierp dus een landstreek, waarvan de bevolking gevlucht was en wegbleef. Elders in Groot Atjeh zag men hetzelfde feit. Men moge het geheele vijandeljjke land met eene sterke troe penmacht bezet en de vijandelijke benden uit het open veld gejaagd hebben, er blijft in dat land, waar ieder man en iedere vrouw, ja

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 283