274
onzen wil wenscht te onderwerpen, het is voor haar evenals voor
het individu, dat in de gewone samenleving met ons in contact komt,
niet onverschillig, hoe wij in onze vormen zijn. Speelt de vormendienst in
het maatschappelijk verkeer eene groote rol, ook in de politieke aan
rakingen met een volk, dat men aan onzen wil ondergeschikt wil
maken, mag die dienst nimmer worden verwaarloosd. Ik behoef
hier niet te verklaren, waarom het ons steeds groote moeite gekost
heeft dien plicht ook tegenover eene Mohamedaansche bevolking en
eene bevolking als de Atjehsche te betrachten.
Haat de Atjehsche bevolking in massa den Nederlander, niet om
dat hij A:a/?r, maar omdat hij Nederlander is, ook wij haten den
Atjeher en wat nog erger is velen onzer ambtenaren en officie
ren lieten zich in de behandeling van den Atjeher en de beoordee
ling van Atjehsche aangelegenheden door hunne antipathie voor land
en volk beheerschen en gaven zoodoende zeer weinig of liever gezegd
geene blijken van politieken tact Die antipathie zetelt zelfs in de
hoogste regeeringskringen. Allerlei vooroordeelen en verkeerde oor
deelvellingen zijn er het gevolg van. Helaas, met zulke verschijn
selen rust de pacificatie van Atjeh op een onvruchtbaren bodem.
Tegenover het staatkundig en godsdienstig fanatisme van den Atjeher
stellen wij de uiting van onzen innigen afkeer van hem. Dat zij
moeilijk onderdrukt wordt bij den eenvoudigen soldaat, is begrijpe
lijk; treuriger is het, dat er bewindhebbers in Atjeb zijn geweest,
die niet bij machte waren, het Nederlandsch vooroordeel ten aanzien
van den Atjeher voor het ware begrip van ons staatkundig belang
te doen wijken. Wij beseffen niet, dat het Atjehsch vooroordeel niet
door onze bajonetten en onze kanonnen is uit te roeien. Een Atjeher
is in de oogen van vele Nederlanders een sloeber en een gouverneur
van Atjeh, die vóór 1893 met een Toekoe Oemar had willen on
derhandelen, liep gevaar van een zijner stafofficieren hetzelfde te
hooren, wat de adjudant van den Maarschalk de Yillars tot dezen
zeide, toen de maarschalk in den opstand der Camisards met den
beruchten Cavalier wilde onderhandelen
Monseigneur, la conférence que vous allez avoir avec Cavalier sera
remarquable dans l'histoire, et ceux qui viendront après nous, seront