278 van binnen- en buitenlandsche militaire tijdschriften (ook een enkel niet- militair), dat het zeer goed mogelijk is, dat iets aan mijne aan dacht is ontgaan. Bovendien, zal ik slechts datgene beschrijven, wat in d laatste jaren door de cavalerie van verschillende landen op dit gebied is beoefend. Om voorts het verwijt te ontgaan van uitgebreidheid b. v. ten op zichte der oefeningen der cavalerie van Rusland en onvolledigheid b. v. ten opzichte van Frankrijk, wil ik er op wijzen, dat sommige landen door de natuurlijke gesteldheid hunner toekomstige „théatres de guerre" wel gedwongen worden om hunne cavalerie in het over trekken van rivieren te oefeneDj iets, waarop ik eveneens bij de afzonderlijke behandeling van die landen terugkom, terwijl voor andere rjjken die noodzakelijkheid zich niet zoo doet gevoelen. Achtereenvolgens zullen worden behandeld Rusland, Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk, Engeland, Italië en Nederland. Rusland. Zoo in één land het overtrekken van rivieren tot de oefeningen der Cavalerie geiekend mag worden, dan is het wel in Rusland. In dit groote rijk zien we tallooze breede rivieren (om van de kleinere niet te spreken) door schaarsch bevolkte streken stroomen; bij deze rivieren valt dus noch op veel overgangen, noch op veel materialen tot het vervaardigen van overgangen te rekenen. De ver kennende Cavalerie zal dus hier dikwijls geheel op eigen initiatief en kracht moeten steunen. In een mogelijken oorlog met de naburen in het westen, zal de geoefendheid in het overtrekken van rivieren de Russische cavalerie van veel nut kunnen zijn. Men werpe slechts een blik op de kaart, om te zien, dat de Russische cavalerie, op een willekeurig punt het gebied der tegenpartij binnendringende, al spoedig op tal van grootere en kleiuere rivieren zal stuiten, waar meestal tevens geen overgangen zullen zijn. Het is dan ook niet van de laatste jaren, dat de cavalerie zich in deze taak oefent. De tallooze regimenten kozakkeu in het zuidelijk en zuid- oostelijk deel des lande, zijn op hunne marschen en oefeningen bijna altijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 289