279
gedwongen van hulpmiddelen gebruik te maken, wanneer zij voor
rivieren komen, welke zij wenschen over te trekken en men vindt
dan ook vermeld, dat dit plaats greep, door middel van vlotten ge
maakt van opgeblazen geitenvellen, verbonden met lansen. De geiten-
vellen, bij deze stammen dienende om vloeistoffen in te bewaren, zijn
altijd bij de hand en dus als van zelf aangewezen om ook voor het
overtrekken van rivieren gebruikt te worden.
Ook bij andere regimenten in afgelegen districten vond deze oefe
ning plaats en daar de Russische soldaat, moedig en gehard, voor
niet veel terugdeinst, werden gedurende de zomeroefeningen meestal
de rivieren eenvoudig met pak en zak naast de paarden overgezwom
men, wanneer geen hulpmiddelen aanwezig waren.
Eerst in 1894 vind ik vermeld, dat bij deze oefening gebruik
werd gemaakt van de opvouwbare booten van bijna overal bekend
model en vervaardigd uit een licht bouten geraamte met enkel of
dubbel waterdicht overtrek van zeildoek.
Op deze wijze trok in dat jaar een kozakkenbrigade de snel-
stroomende Vistula over, terplaats waar de rivier 700 el breed
was en eene stroomsnelheid van 6 voet in de seconde had.
Het le regiment, door ongeoefendheid in het gebruik van het
materieel, deed er vrij lang over.
Het 2e regiment evenwel was, met alle bagage, in 1 uur en 10 minuten
over.
Elke boot deed ongeveer 10 15 minuten over elke overtocht,
waarbij de paarden achter de booten zwommen.
Men bleef de aandacht op de zaak gevestigd houden en zoo komt
in het Russische cavaleriereglement van 1896, onder meer wetens
waardigs, ook voor eene „Instructie voor het zwemonderricht der
cavalerie," welke ik hieronder in hoofdzaak laat volgen.
Het onderricht wordt begonnen met het afzonderlijk leeren zwem
men van ruiters en paarden aan de lijn, waarbij aanvankelijk tot
100 M. wordt opgeklommen; later wordt die bedrevenheid tot het
zwemmen over afstanden van 4001000 M. opgevoerd.
(Yolgens een artikel in het Militair Wochenblatt van 1886 No. 94
zwommen eenige russische cavaleriepaarden zonder ruiters 45
werst d. i. ruim 5 K.M.).