295 1 Veldbatterij, 1 Compagnie vestingartillerie, I Piociercompagnie en 4 Treincompagniën, te zamen 5066 man, terwijl Freiberr von Pireks onder afzonderljjke vermelding der bataljons het aantal in 1894 op 5276 schar. Dit laatste getal biedt bij de afwisselende getalsterkte der Engelsche troepen over het algemeen geen vertrouwbaar gegeven. Het staat echter vast, dat er tot aan het jaar 1893 slechts 3 Bataljons infanterie en alles tezamen weinig meer dan 3000 man in Egypte waren, maar, dat er spoedig na het aan de regeering komen van den tegenwoordigen khedive een versterking van ver scheidene Bataljons, waaronder twee uit Malta, naar Egypte gezon den werden. Wij moeten daarom de opgaven van von Pireks voor de meest juiste houden, al stemmen ook de nummers der bataljons niet meer alle overeen met die, welke in Engelsche couranten uit berichten van Egypte genoemd worden. Bij de herhaaldelijk plaats vindende aflossingen onder de troepen in de Service abroad kan zulks geen verwondering baren. II Het Egyptische leger 13 Bataljons infanterie (8 Egyptische, 5 Soedansche) n03- 1 tot en met 13; 1 Regiment Cavalerie van 8 eskadrons; 3 Kameelruiterkorpsen (2 Egyptische 1 Soedansche) nos- 1 tot en met 8 van 2 compagniën, benevens 1 sectie Masimgescbut bij elk der beide Egyptische korpsen; 1 rijdende batterij 2 bergbatterijen 1 bataljon vestingartillerie van 4 Compagniën, en 5 Compagniën kameeltrein, alles tezamen ongeveer 16000 man. Bovendien is er een Gen darmerie van rond 8000 man, waaronder 2000 man te paard, welke aangevuld wordt uit de reserve van het staande leger, ingeval van nood het materiaal levert voor nieuwe formaties en incompleet we der aanvult uit oudere lichtingen der reserve. Haast de Gendar merie voorziet een politiekorps van 2000 man in den veiligheids- ieder van 6 stukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 306