298 een deel van het kameelruiterkorps bleven nog aan de Roode zee. In dien tusschentijd was het ook op het hoofdoperatietooneel tot kleine ontmoetingen gekomen. Reeds in het begin van April hadden de Derwischen hun voorste troepen van Suarda naar Ferkeh vooruitgeschoven en doorloopend versterkingen van Dongola aan getrokken. Zoo kwam het, dat majoor Burn-Murdoch op den l"'n Mei met 8 eskadrons slechts weinige Engelsche mijlen van Akascheh verwijderd, geheel onverwachts op een sterke gemengde afdeeling bereden Derwischen (te paard en op kameelen) met troepen te voet stiet, welke naar het zich liet aanzien een schijnaanval op deze plaats in den zin hadden, doch voor een aanval van de genoemde Egyptische troepen op Ferkeh terug trokken. Onderwijl waren de werkzaamheden aan de spoorbaan voort durend in het oog gehouden door patrouilles der Derwischen zeer gevorderd en had men tegen begin Juni het station Ambigalbronnen bereikt, terwijl de proviandtransporten in zeilschepen stroomopwaarts naar Akascheh voeren, doch bij iedere stroomversnelling in korte landtransporten overgingen, waarbij van draagdieren gebruik werd gemaakt. Daar den Generaal Kitchener intusschen tijdingen bereik ten, welke wezen op plannen bij den vijand tot grootere onderne mingen tegen de spoorbaanwerkzaamheden, achtte hij het noodig de uitvoering daarvan te voorkomen, door den vijand uit zijn stelling bij Ferkeh te verdrijven. Terwjjl het 5de, 6de, 14de en 15de Egyptische met het Engelsche North-Staffordshire bataljon ter beveiliging nabij den etappeweg bleven, rukten alle overige troepen naar Akascheh op (het lste Bataljon was nog onderweg van Suakim) en werden hier, iO Bataljons sterk, in drie brigades de lste van vier, de beide andere ieder van drie bataljons onder de bevelen van Overste Hunter gesteld. In den namiddag van 6 Juni ving daarop de Sirdar, die den 5den met het hoofdkwartier naar Okmeh en den 6den vroegtijdig naar Akascheh was gegaan, geheel onverwacht den opmarsch aan. Hij zelf sloeg met negen bataljons, de beide bergbatterijen en de vier Engelsche stukken maximgeschut, den weg in, die den rechter- rivieroever volgt, terwijl majoor Burn-Murdoch met de gezamenlijke cavalerie, het kameelruiterkops benevens de daarbij behoorende beide

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 309