299 stukken maximgeschut, de rijdende batterij en het op kameelen bereden gemaakte 12de (Soedansche) Bataljon den verder oostelijk door de woestijn loopenden weg volgde om de Oostelijk van Ferkeh gelegen hoogterug, dat wil zeggen de flank van den vijand te bereiken. 's Nachts bivakkeerden de troepen ongeveer 12 Engelsche mijlen benoorden Perkeh, braken echter voor het dag werd weder op en kwamen tegen. 5 uur 's morgens in het gezicht van die plaats. De aanval vond geheel verrassend van twee kanten plaats en wel op zoodanige wijze, dat de hoofdcolonne tusschen de rivier en den reeds genoemden hoogterug in front tegen de plaats oprukte met twee brigades in eerste en de derde brigade in tweede linie, terwijl de cavalerie van den majoor Burn Murdoch, een veldwacht van den vijand overhoop rijdende, de kam van den hoogterug bereikte voor deze bezet had kunnen worden en haar batterij van hier Perkeh onder vuur nam; tegelijk rukte de ruiterij, onder bedreiging van de flanken en den terugtochtsweg des vijands, omvattend voor waarts. Wel is waar verzamelden de totaal verraste tegenstanders zich spoedig en vochten zij met doodsverachting, doch zij konden tegen over het welgerichte vuur van den overmachtigen aanvaller geen stand houden en moesten na een gevecht van twee uren met zware verliezen terugtrekken. Hunne verliezen werden naderhand begroot op meer dan 45 Emirs, 2000 man en veel oorlogsmaterieel, terwijl de Egyptenaren slechts 22 gesneuvelden en 86 gewonden telden, onder welke laatsten een Engelsch officier Aan de zijde der Derwischen bevond zich onder de gesneuvelden hun opperbevelhebber Hamuda, Emir van de provincie Dongola. De majoor Burn- Murdoch had niet getalmd om de vervolging met alle energie op zich te nemen en deze zelfs na een korte rust volle 30 mijlen ver tot Suarda voortgezet en deze plaats zonder strijd genomen. Terwijl nu het geringe aantal vijanden, dat ont komen was, op Dongola terugtrok, werd het 13den Bataljon Infanterie tot versterking der bezetting naar Suarda vooruitgeschoven en werd deze plaats in staat van verdediging gebracht. Niets stond nu meer het plan in den weg om de spoorbaan naar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 310