301 2de Brigade langs den directen weg door de woestijn naar Absarat ge zonden om dat te bezetten, maar leed daarbij ten gevolge van waterge brek zware verliezen door zonnesteek en bereikte daardoor haar marsch- doel in eenigszins wanordelijken toestand. De bij deze gelegenheid op gedane ondervinding leidde er intusschen toe, dat op dit gedeelte twee waterstations werden ingericht en dat de vier dagen later denzelfden weg volgende le Brigade van watergebrek verschoond bleef. Daarentegen werd zij door een onweder, zware zandstormen en een op een wolk breuk gelijkenden stortregen overvallen, welke niet alleen buitenge wone stoornissen in den marsch veroorzaakten maar nagenoeg een totale oplossing van alle verband ten gevolge hadden, zoodat een groot aan tal manschappen voor geruimen tijd ongeschikt werd om dienst te doen. Ook nog op andere wijzen hadden de op den 27sten en 28sten plaats gevonden onweders de expeditie zwaar getroffen, hetgeen den op- marsch voor meer dan 8 dagen onderbrak. Tusschen Sarras en Moghoat werd de spoordam over een lengte van meer dan 20 Engelsche mijlen door de watermassa's verwoest, zoodat men zich in het Hoofd kwartier genoodzaakt zag om ten spoedigste 5000 man daarheen te dirigeeren ten einde de aangerichte schade te herstellen. Daar ver woestte een nieuwe wolkbreuk twee dagen later op nieuw 8 mijl spoorbaan benevens het station Akascheh en de meest ingespannen dag en nacht voortgezette werkzaamheden werden vereischt om dit gedeelte tegen 6 September weder berijdbaar te maken. Ten gevolge hiervan kon de opmarsch op den 5dfm September weder worden voortgezet; de lste en 2de Brigade rukten van Absarat naar Dalgo, terwijl de 3e en 4de Brigade (de laatste was samengesteld uit de aanvankelijk voor werkzaamheden gebezigde drie bataljons Nos 1,5 en 15) met de bereden troepen naar Absarat werden aangetrok ken. Het bataljon North-Staffordshire volgde per spoor naar Koscheh, waar het zich op den 12den September op Nijlstoombooten inscheepte om zich bij de expeditie aan te sluiten op haar tocht naar het Zuiden- De hiervoor bestemde troepen namelijk: 13 Bataljons Infanterie, j 8 Escadrons, I 21l2 Kameelruiterkorpsen, 1 ®ByPt'sc'le tr06Pei)> 3 Batterijen, Dl. I, 1897. 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 312