302 1 Bataljon (North Staffordshire), j ,T Engelsche troepen, 4 Maximkanons, waren thans voltallig bijeen, slechts een bataljon (No, 16) bevond zich nog bij Suakim en twee bataljons (No. 6 en 14 met de vesting artillerie, recruten en reservisten) verdeeld langs den étappeweg in Assuan, Korosko, Wadyhalfa, Sarras, de Ambigal-bronnen, Akascheh en Absarat. Volgens de omtrent den vijand ingekomen berichten, had deze in belangrijke getale bij Kerman en Hafir de beide Nijloevers bezet en zich door den bouw van forten versterkt, zoodat men er op rekenen kon, dat hij zich met alle in de provincie verzamelde krachten tegenover den opmarsch der Egyptenaren zou stellen. Met dit vooruitzicht marcheerde het expeditionnaire korps op den 13den Sep tember naar Fereigh, op den 14den September naar Barji en van hier door de woestijn naar Abu-Fatmeh, dat op den 18den 's avonds bereikt werd. De stoombootflottille was op gelijke hoogte met het expeditionnaire korps de rivier opgevaren, waarbjj de kanonneerboot „El-Teb" onmiddellijk na het passeeren van den Hannék waterval aan den oever geloopen was en voorloopig verlaten moest worden. Den 19den 's morgens bereikte het korps Kerman, doch voud de stelling door den vijand verlaten. Deze was reeds den vorigen avond op den anderen rivieroever naar Hafir overgegaan, waar men van den rechter domineerenden rivieroever sterke troepenmassa's en op de rivier ook een groot getal schepen benevens de stoomboot der Derwischen waarnam, welke onder het bereik van het vuur der drie daar gebouwde forten lag. Generaal Kitchener liet nu in de eerste plaats de artillerie in stelling komen en het vuur tegen de forten op den tegenovergestelden oever openen, terwijl de stoombooten het bevel ontvingen om te trachten naar Dongola door te breken. Daar de Egyptische batte rijen echter op te groote afstanden lagen en het geschut der Der wischen in de forten bovendien goed gedekt stond, slaagden die batterijen er niet in het vuur van de verdedigers te doen verminderen. Ten gevolge hiervan werden de schepen bij hun voorwaarts gaan door een zoo hevig geschutvuur uit de werken en door geweervuur uit de op den linkeroever in het voorterrein aangelegde tirailleurloopgraven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 313