303
ontvangen, dat ze hun voornemen voorloopig moesten opgeven. Eerst
toen het aan den overste Parson kommandant der artillerie
gelukt was zijn batterijen, door gebruik te maken van een droogen
rivierarm, op een der voorwaarts gelegen eilanden op afstanden voor
het beslissende vuurgevecht ongeveer 1200 meter tegenover de
vijandelijke forten in stelling te brengen, slaagde men er in in den
geschutstrijd de overhand te behalen en konden de kanonneer-
booten onder een steeds voortdurend heftig vuur de doorvaart for-
ceeren, waarop zij de vaart naar Dongola voortzetten. Bij deze
gelegenheid bekwam ook het zwaar geladen stoomschip der Der-
wischen een schot beneden de waterlinie, waardoor het zonk.
De artilleriestrijd werd intussehen nog tot laat na het intreden
der duisternis voortgezet. Onder de beschutting daarvan haastten de
Derwischen zich echter om de stelling te ontruimen en op Dongola
terug te trekken, te meer omdat zij vreesden, dat de Egyptische
troepen met behulp van de reeds vooruit gestoomde schepen boven
Hafir op den linkeroever zouden overgaan en hun den terugtocht
zouden afsnijden.
Reeds vroeg in den morgen van den 20sten September kon tenge
volge dezer ontruiming Hafir door de lste Brigade bezet worden en
kon de overgang der overige troepen op den anderen oever aanvangen.
Er moesten meer dan 13000 man met 3200 dieren worden overgezet
en niettegenstaande de grootste spoed duurde deze overgang 30 uur.
In de verlaten stelling werden groote voorraden munitie buit
gemaakt en ook een gering aantal gevangenen gemaakt. Nog den
zelfden avond werd daarop de opmarsch voortgezet en na een kleine
rust bij Binneh den volgenden morgen Sowarat bereikt op 6 mijlen
afstands van de legerplaats der Derwischen bij Dongola gelegen. Hier
kon men er, volgens vroeger ontvangen vertrouwbare berichten, vast
op rekenen hun hoofdmacht aan te treffen, welke besloten zou zijn
om den aanval af te wachten en den strijd op te nemen.
Onderwijl waren de kanonneerbooten na hun doorvaart bij Hafir
stroomopwaarts naar Dongola gestevend, dat door de kleine bezetting
bij hun nadering onmiddellijk ontruimd werd. Zij bepaalden zich er
echter toe om alle booten, die zij hadden aangetroffen, mede te ne
men en daarmede naar Hafir terug te keeren. Een tweede verken-