310 commandant van het Indisch leger, dient niet alleen voor zijn pensioen Maar met dat al, de rechtstreeksche bemoeiing van het ministerie van oorlog met het Indisch leger zou in de verhouding van Gou verneur-Generaal en legercommandant geene verandering brengen. De Gouverneur-Generaal is nu eenmaal de chefen dat is ook goed van alle landsdienaren zonder onderscheid in Indië, en zijn bevoegdheid om zelfs in een buitengewone vergadering van don Raad van Indië het zwijg generaallaan een legercommandant toe te roepen, is niet te beperken. Zoodanig woord kon evengoed uit gesproken worden, wanneer de legercommandant in den minister van oorlog zijn administratieven chef vond. Wordt het uitgesproken in den eenen of anderen vorm, dan heeft de legercommandant zichzelven de vraag te stellen, wat de waardigheid van hem zeiven en van zijn ambt vordert. Wij meenen, dat de taak van den minister van oorlog thans reeds omvangrijk genoeg is, en dat 's lands belang wiet zoude worden bevor derd, wanneer men dien Minister daarenboven met eene veelomvattende verantwoordelijkheid bezwaarde, die hij onmogelijk dragen kandat de tegenwoordige regeling niet slecht is, en zeer goed zelfs werkt, wanneer geen autoriteit hare macht misbruikt. Maar hiertegen kan men on mogelijk bepaalde voorschriften geven, en moet men ten slotte ver trouwen stellen in de personen. Wij willen nog, van onze zijde, een „voorbeeld" aanhalen. Wij verheugen er ons over, dat in 1873 de rietslagen bij het Indisch leger zijn afgeschaft, nu de ondervinding heeft geleerd, dat men het zonder lichamelijke straffen stellen kan. Maarbedenkelijk was het, dat de minister van koloniën die afschaffing doordreef in strijd met het periinent advies van drie achtervolgende legercommandantenSchimpf, Andresen en Kroesen, en op advies van een vroeger bevelhebber, ge neraal Van Swieten, die twaalf jaar geleden Indië verlaten had en dus niet geacht kon worden, het best op de hoogte te zijn van de geaardheid der nog in dienst zijnde soldatendie, toen hij zelf het legerbevel voerde, geen voorstel had gedaan. Zou evenwel die afschaffing niet evengoed doorgedreven kunnen zijn door den minister van oorlog? zou deze bevoegder beoordeelaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 321