—322
over 't algemeen genomen zouden wij door zulk eene verandering
niet winnen.
De door en IJ gemaakte vergelijking tusschen het Indische Leger
en de in Indië aanwezige Marine mag, dunkt ons, niet leiden tot de
conclusie, dat even goed als het Departement van Marine zich ad
ministratief verhoudt tot het Ministerie van Marine, het Indisch
Leger zich zonder bezwaar in zulk een toestand tegenover het mi
nisterie van Oorlog zou kunnen bevinden.
Het Indisch Leger is een op zich zelf staand geheel, dat alleen
ter beschikking is van Indië, en slechts aanvulling van het Euro-
peesche element uit Nederland behoeft.
De Indische Marine zou niet in zulk een toestand kunnen verkee-
ren, al was het maar aileeD, omdat men, naar wij vermeenen, geen
vaste Europeesche bemanning voor Indië kan krijgen, waaruit zou
volgeD, dat er wel altijd een auxiliair eskader zal moeten blij
ven bestaan, en dan ligt het voor de hand, dat dit gedeelte van
onze vloot onder het toezicht van den Minister van Marine moet
blijven.
En eindelijk, zouden wij in dit opzicht school moeten gaan bij
Engeland, Frankrijk en Spanje?
Het Engelsche volkskarakter verschilt nogal aanmerkelijk van het
onzewaar de Engelschen b. v. ook komen, zij vervormen de toestan
den naar hunne gewoonten en schikken zich nooit naar anderen.
Dit keuren wij af, wij handelen anders. Maar intusschen is het
karakter van een volk van grooten invloed op zijne instellingen en
gewoonten. Welke vreemde en in menig opzicht onbegrijpelijke toe
standen bevat de Engelsche legerformatie niet voor ons, en hoe wijken
de verhoudingen tusschen civiele en militaire autoriteiten in Engelsch-
Indië niet meermalen af van de begrippen, die in onze Koloniën
daaromtrent gehuldigd worden
En zouden wij met dit alles ook geen rekening te houden hebben
bij de hier beschouwde quaestie?
Het is hier de plaats niet er over uit te weiden, maar er zijn
nog tal van omstandigheden, die ons in dit opzicht van navolging
van Engeland zouden terughouden.
Frankrijke koloniale troepen hebben tot nog toe onder het beheer van