22
overtrof? (1) In al onze andere Indische oorlogen was hiervan zeker
hoogst zelden sprake. Toen was de vijandelijke macht grooter. Dit
doet menigeen vragen, waarom de Atjehsche oorlog op dien regel eene
uitzondering maakt, en het antwoord is, omdat de guerilla in den
Atjehschen volksoorlog onze vijand is. Zoo was het ook in de
Yendée. Volgens den Generaal Roguet telden de opstandelingen in
de Vendée in 1884 niet meer dan 1000 strijders en
cette poignée d'hommes suffit depnis deux ans, pour tenir sur
le qui vive quarante ou cinquante mille d'hommes de bonnes troupes,
qui, bien employees, auraient peut-etre raison dans une seule campagne
du Piémont, de la Hollande ou d'une puissance du même ordre."
Ziedaar het verschil tusschen een volksoorlogwaarbij alleen de
guerilla optreedt, en een gewonen oorlog. Daarom lette meri op de
woorden van Jomini, een der kundigste stafofficieren van Napoléon I
„Les guerres nationalessont de toutes (les guerres) les plus
redoutables; on ne peut donner ce nom qu'a celles qui se font contre
une population entière, ou du moins la majorité de cette population, animée
d'un noble feu pour son indépendance alors chaque pas est dispute par
un combat: l'armée qui entre dans un tel pays n'y possède que le champ
oü elle campe, ses approvisionnements ne peuvent se faire qu'a la pointe
de l'épée; ses convois sont partout menaces ou enlevés."
Onze thans in Groot-Atjeh gelegerde troepenmacht zal dit telkens
ondervinden, wanneer zij, de grenzen onzer stelling aldaar overschrij
dende, tot eene offensieve optreding moet overgaan.
IY.
Korte beschrijving van land en volk uit een militair oogpunt. Groot-
Atjeh en de Onderhoorigheden. Groot-Atjeh. Grenzen. Uitgestrektheid.
Bevolkingscijfer. Eilanden. Algemeene beschrijving van den grond en het
karakter van het terrein der vallei van Groot-Atjeh. Bandjir1 s. Moessons.
Land- en zeewind. Stroomen. Eb en vloed. Havengetal. Waterval
Vlakland. Heuvelland. Bergland. Bosschen. De kust. Reeden en anker
plaatsen. Rivieren. Lagunes. Wegen. Kampongs. Atjehsche versterkingen.
Klimaat. Karakter der bevolking. Hare strijdwijze. Blanke wapens.
Vuurwapens. Munitie. Buskruit fabricatie Ryroteclinie. Bronnen van
(1) Een hoofdofficier, die den 70 daagschen veldtocht van den Genoraai Pel bij
woonde, zeide, dat de vjjand toen met hoogstens 200 k 800 man tegenover onze agee-
rende troepenmacht stond, die ruim 1400 man sterk was.