329 Art. 6. De inkomsten van den Bond worden door het Bestuur aangewend tot bereiking van het doei in art. 1 omschreven. Het Yoorloopig Bestuur, C. H. Smets, Eerste Luit. bij de Normaal Schietschool. W. C. SchöXSTEDT, Eerste Luit.-Adj. der Grenadiers. J. C. M. Pompe, Eerste Luit -Adj. der Artillerie. J. P. Schmöle, Eerste Luitenant der Genie. A. P. Wirix, Tweede Luitenant der Cavalerie. A. E. van Swieten, Eerste Luitenant der Inf. O. I. L. A. Merkus, Luitenant ter Zee der 2e klasse. Outwerp-Huishondelijk Reglement, Art. 1. Minstens vijf leden van den Bond, in hetzelfde garnizoen gevestigd, vormen eeDe Afdeeling vau den Bond. Art. 2. Leden van schermvereenigingen, uitsluitend uit Officieren bestaande, betalen jaarlijks f l.contributie, mits minstens zes leden van zulk eene vereeniging als lid van den Bond toetreden. De andere gewone leden betalen jaarlijks 2. contributie per persoon. Art. 3. Om lid te worden, wendt men zich schriftelijk tot den Secretaris van den Bond of tot een der Correspondenten. (Zie art. 9). Leden, die wenschen hun lidmaatschap te doen ophouden, geven daarvan minstens één maand vóór het eindigen van het Bondsjaar, schriftelijk kennis aan een der functionarissen, in dit artikel genoemd. Art. 4. De contributie voor het loopend Bondsjaar wordt in de maand Januari door den Correspondent der Afdeeling tegen afgifte van een bewijs van lidmaatschap geïnd, en aan den Bonds-Penningmeester overgemaakt. Daar, waar geen Afdeeling bestaat, wordt de contributie geïnd door den Bonds-Penningmeester. Het geheele bedrag is steeds verschuldigd over het loopende Bondsjaar. Art. 5. Leden, die tusschentijds toetreden, betalen hun contributie bij ontvangst van het bewijs van lidmaatschap.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 340