335 uitgang van dit kasgeld eigenlijk reservefonds valt waar te nemen. Aan achterstallige contributies moest op ultimo 1896 nog worden geïnd 6.00. Dit verslag werd door de algemeene vergadering goedgekeurd, waarna tot de keuze van een nieuw bestuur werd overgegaan. Het oude bestuur, bestaande uit de heeren Wiersma, Lankhout en Hemmes, was door het uittreden van den eersten en den laatsten uit de vereeniging nog maar in den heer Lankhout vertegenwoordigd. Gekozen werden tot Directeur W. J. Giel. Commissarissen J. G. H. v. d. Dussen. H. W. A. S. Loke. De beide eerstgenoemde heeren verklaarden zich de keuze te laten welgevallen, terwijl de Majoor Loke, die niet ter vergadering aanwezig was, den volgenden dag de functie van commissaris op zich nam. Het bestuur deelde nu nog mede, dat het lid C. de Waal zijne voor stellen [zie vorig verslag] na eenige correspondentie weder had ingetrokken. Verder niets aan de orde zijnde, en ook geen der aanwezige leden meer het woord verlangende, werd de vergadering gesloten. Aangezien het beheer der Vereeniging in verband met het groot aantal leden en de vele mutatiën, die onder de ingeschreven paarden plaats hebben, zeer in omvang is toegenomen, doet het nieuwe bestuur een beroep op de medewerking van H. H. correspondenten en leden om door de volgende zaken in acht te nemen, veel tot verlichting van het admi nistratief werk bij te willen dragen. In de eerste plaats is het wenschelijk dat van het sterven of afmaken van een paard onverwijld aan den directeur worde kennisgegeven. H. H. correspondenten worden uitgenoodigd de contributiën zoo spoedig mogelijk te innen en ze vooral bij vertrekkende leden te doen ontvangen, aangezien anders dikwijls veel moet worden gecorrespondeerd eer men van een lid op diens nieuwe bestemming de gelden heeft geïnd. Meer malen is het voorgekomen, dat nieuwe leden zich bij decorrespondenten aanmeldden en anderen zich lieten royeeren, doch dat de directeur met deze mutatiën niet in wetenschap werd gesteld. Daarom is het wenschelijk dat nieuwe leden zich rechtstreeks met het verzoek tot inschrijving wenden tot den directeur. Dit zal bovendien de taak van de correspondenten nog verlichten. Elk verzoek om inschrijving of roya zal door den directeur worden beantwoord. Mocht dus op eenig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 346