353
alleen handelsbetrekkingen zocht en localiseerde de kafirhaat meer dan
voorheen tegen den Nederlander, die niet slechts handelsrelatiën had ge
zocht, maar sedert twee honderd jaren ook aan de integriteit van het land
was gaan tornen en ten slotte tot een invasieoorlog was overgegaan-
Enkele uitingeu in geschrifte van dien haat zijn bewaard gebleven
en voor ons vertaald. De volgende ontboezeming was een Tengkoe
di Tirou waardig.
„En help, o God! de vrome strijders en verdedigers, die Uw woord
en Uwen godsdienst trachten omhoog te houden tegen de ongeloovige
lieden uit Holland en hunne volgelingen en helpers. Weer van ons af
hun kwaad en hun list en bedrog en doe het op hen nederkomenWant
zij hebben ons leed gedaan en ons onrechtvaardig behandeld, en zij zijn
onrechtvaardig. Wij daarentegen, Uwe knechten, zijn de zwakken, die
onrecht lijden, en wij hebben geen helper dan U, o uitstekendste Bescher
mer, o uitstekendste Helper! O Heer van den oordeelsdag, U dienen wij
en U roepen wij aan om hulp! Door U en door Uwe heirscharen zullen
wij de overwinning behalen op onze vijanden, de Hollanders, en hunne
volgelingen en helpers. O God! doe hun list en hun bedrog en hunne
toovenarij op hun hoofd nederkomen. O God! belemmer hen in hunne
plannen tegens ons door een, ja door vele bezwaren, die zij niet kunnen
ophelfen. O, onze Heer, verhoorder der gebedenGij weet dat onze vijan
den, de Hollanders, slechts een klein getal zijn; verstrooi dan hunne ver
gadering en laat niet een van hen in Atjeh overblijven. Want Gij, Gij
alleen zijt het, die blijft in eeuwigheid, o Onvergankelijke! Gij hebt alle
dingen geschapen, zooals Gij wilt en aan alles een bepaalden duur gegeven-
O God! doe op hen nederdalen melaatschheid en besmetting 'en pest en
watersnood en andere volksrampen, die zij niet kunnen keeren. O God,
doe op hunne lichamen de krankheden en ziekten, de pjjnen en kwalen
nederkomen, die hun het bloed in de aderen bederven, en hunne gewrichten
ontbinden en hunne ledematen doen afvallen. Gij toch zijt het, die won
deren doet en alles bestuurt gelijk Gij wilt. O, Bezitter van heerlijkheid
en grootheid! O, Eigenaar van geweldige macht! O, Wreker, neem wraak
van Holland en doe hen met hunne volgelingen en helpers omkomen en
verdelg hen, zooals Gij de volken Aad en Thamoed verdelgd hebt. Zie,
God is machtig over alle dingen. O God! verstrooi hunne vereeniging
en drijf hunne vergadering uiteen, en doe hunne plannen verkeerd uitloopen,
en verkeer hun voorspoed in tegenspoed. Doe hunne voeten wankelen,
terwijl zij voor ons vluchten, verwoest hunne steden en gebouwen, maak
een einde aan hunne heerschappij, als zij verslagen zijn. Doe hunne schepen
vergaan, hunne kanonnen en geweren barsten, keer hunne wapenen en
Dl. I, 1897 34