359 dat doet, een groot en blijvend belang moet zijn. Zij, die ons met groot gevaar voor hunne positie, hunne bezittingen en hun leven hebben gesteund, deden dat in de hoop, maar ook in het vaste ver trouwen, dat hunne diensten op zichtbare en tastbare wijze zouden worden erkend. Behalve op geld zijn de Atjehers bijzonder gesteld op macht en onderscheidingen. Er worden en dit zou, indien wij meer beloonden, ook ons krachtige helpers bezorgen bij denkleinen man in Atjeh evenzeer lieden aangetroffen, blakende van eerzucht, lieden die, de kans schoon ziende, zich beproeven op te werpen en, deels vechtenderwijze, deels door list en ook wel met behulp van fanatisme, zich eene positie weten te verwerven. Van dergelijke feiten is door ons tot dusver nog zeer weinig partij getrokken. Men heeft er meer aan gedacht, de trouweloosheid van den Atjeher op den voorgrond te brengen. Ook met het goud werd onzerzijds te weinig gewerkt. Van het „argument irresistible" had in Atjeh meer partij moeten worden getrokken. Men kan het deloyaal vinden, een bevelhebber, den commandant eener vesting of een staatsdienaar van invloed door geld tot verraad aan zijn koning en zijn vaderland over te halen, ofschoon dat nog geene schande is voor hem, die het doet, als het is om nutteloos bloedvergieten te voorkomen; doch het is niet deloyaal, toenadering, onderwerping, het nederleggen der wapenen te koopen van hoofden en hun aanhang, die ons veel kwaad berokkenen of het kunnen doen. Het is niet deloyaal om, zonder aan de eer te kort te doen door billijke beloften en toezeggingen ontevredenen of wantrouwenden te winnen en voor ons belang over te halen. Het is nimmer de loyaal of eene schande om voor de onderwerping van een volk mid delen te gebruiken, die minder geld en minder rampen kosten dan die van het wapengeweld. Het is eene groote dwaling, het gevolg van bekrompen militaire opvattingen, te meenen, dat het „loyaler" is, een vijandelijk kanon in eene vijandelijke versterking te veroveren, met de kans zonder dat kanon en met bebloede koppen door den vijand naar huis te worden gebracht dan voor goud de bij dat kanon geplaatste wacht om te koopen, dien vuurmond in onze handen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 370