368 „Military jurisdiction is of two kinds: first, that which is conferred and defined bij statute; second, that which is derived from the common law of war. Military offences under the statute law must be tried in the manner therein directed; but military offences which do not come within the statute must be tried and punished under the common law of war. The character of the courts which exercise these jurisdictions depends upon the local laws of each particular country." „In the armies of the U nited States the first is exercised bij courts- martialwhile cases which do not come within the „Rules and Articles of "War," or the jurisdiction conferred bij statute on courts-martial, are tried bij military commissions." De militaire commissien zijn afkomstig van het oude Fransche krijgsrecht. Art. 18 der door den Maarschalk Daendels gearresteerde „Instructie voor den Brigadier en Chef van den Generalen Staf G. H. von Gutzlaff in afwezigheid van den Gouverneur-Generaal van de Hoofdplaats Batavia" van 28 Mei 1810 luidde: „Na de Kolonie in staat van beleg te hebben verklaard, oefent hij alleen de Hooge Politie uit, en doet arresteren alle personen zonder onderscheid, welke met den vijand corresponderen, dezelve doende te regt stellen voor eene Militaire Commissie, welke alle verraders ter dood veroordeelt, wor dende de vonnissen door hem geapprobeerd, en vervolgens zonder eenig vertoeven ten uitvoer gebragt." (1) Yoor zoover mij bekend zijn de militaire commissiën sedert 1816 in de Indische militaire strafwetgeving niet meer in het leven geroepen. "Waarom is van laatstbedoelden vorm van rechtspleging nimmer gebruik gemaakt in onze verschillende, na dat jaar in Indië gevoerde oorlogen? Waarom is daarvan tot dusver nooit gebruik gemaakt in Atjeh, waar de gelegenheid om het te doen zich zoo vaak heeft voorgedaan? De benoeming van militaire commissiën is het in 't leven roepen van eene buitengewone rechtspleging, de toepassing van het standrecht, alleen gebillijkt door ernstig en dringend gevaar, volgens den Beer Poortugael van te voren af te kondigen. Die militaire commis siën of standrechtelijke krijgsraden kunnen desnoods uit een paar officieren bestaaD, zijn niet verplicht de strenge vormen der gewone militaire rechtspleging in acht te nemen, mogen niet naar willekeur of de inspraken van haat, verbittering of wraak recht spreken, zijn (1) Zie Staat der Nederlandse he Oost Indische Bezittingen onder het bestuur van den Gouverneur-Generaal H. "W. Dc endels, enz.," Bijlagen 8e stuk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 379