374 Volgens hem zou Frankrijk er dus in den toekomstigen oorlog op rekenen, dat het overal de benoodigde hulpmiddelen in de dicht bevolkte streken zal vinden, wanneer het eens noodig mocht blijken, dat cavalerie een waterscheiding moet overtrekken, en dat men het niet urgent vindt de bagage der cavalerie met opvouwbare booten of wat dan ook te bezwaren vertrouwende op de onbewistbare stout moedigheid van zjjn ruiters. Als voorbeeld van een stout ruiterstuk bij het overtrekken van rivieren dient het volgende. Het was op een heeten Julidag in het jaar 1800, dat een eskadron fransche jagers te paard, ergens aan de oevers van de Lech in Beyeren bezig was met de paarden te drenken. Daar het zeer warm was, had de ritmeester een oog dichtgeknepen en toegestaan dat de paarden afgezadeld en afgetoomd werden, ter wijl de manschappen zich geheel ontkleeden mochten. Aldus uitgedost, trokken de jagers op de ongezadelde en met een enkel trensje ge toomde paarden te water. De ritmeester echter, die wist dat Oostenrijksche (vijandelijke) troepen niet ver af waren, had gelast, dat men de sabel maar om het bloote lichaam moest vastgespen, men kon nooit weten. Terwijl men aldus zich vroolijk te goed deed in het frissche water, verscheen er aan den anderen oever op eenigen afstand een regiment Oostenrijksche kurassiers, die de Franschen niet bemerkten. De Oostenrijksche kurassiers waren zeer geoefend in het overtrekken van rivieren en maakten zich dan ook gereed om in breed front de rivier over te zwemmen en verder hun weg te vervolgen. Onze ritmeester echter, verzamelt zoo spoedig en zoo stil mogelijk zijn 80 jagers, zwemt met hen de Lech over, beklimt den anderen oever en na zijn troepje vluchtig in linie te hebben geschikt, stort hij zich onverwachts op de 4 Oostenrijksche eskadrons, die juist te water willen gaan. De Oostenrijkers, te onthutst om een tegenaanval te doen, toen zij dezen zwerm naakte duivels op hen zagen chargeeren, werden dan ook glansrijk op de vlucht gedreven. De enkele oefeningen, welke in de laatste jaren werden gehouden, zijn de volgende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 385