27
ia aan den noordelijken uithoek gebouwd. Dichtbij bevinden zich de
woning van den lichtopzichter en eene kazerne van twee verdiepingen
voor een detachement Infanterie; alles is hier van steen en uit eene
zeer ruime beurs gebouwd. (1) Onze versterking, die daarentegen
van hout gebouwd is, staat bij Poneng. Twee wegen leiden tot den
vuurtoren. De eeoe en minder gebruikelijke is zeer steil. De andere,
die van Poneng loopt, is onder eene vrij gelijkmatige helling van 5
tot 10% ter breedte van 3 M. langs de begroeide berghelling uitgekapt.
Poeloe Wek met daarbij behoorende% eilandjes. Het eiland bezit
twee groote baaienin het zuiden de Balohan- en in het noorden
de Sabangbaai. Gelegen in den weg van Europa naar Indië, China
en Japan, biedt het in de eerste plaats als kolen- en victualiestation
groote voordeelen aan. EeDe exploitatie van dit eiland voor den
Atjehschen handel zou den invloed van Poeloe Pinang op geheel
Atjeh aanmerkelijk kunnen doen verminderen en als zoodanig is het
vraagstuk: hoe dit eiland tot outwikkeling te brengen, dat ons door
alle groote zeemogendheden benijd wordt, voor ons ook van staat
kundig belang.
Poeloe Nasi met daartoe behoorende eilandjes. (2) Evenals Poeloe
Bras door de Bengalenpassage van Poeloe Weh gescheiden, kunnen
omtrent dit eiland, dat sedert 1874 niet meer door ons bezet werd,
geene bijzonderheden worden opgegeven. Door de Cederpassage of
Pintoe (Sawang) Aroes Besar wordt het gescheiden van de eilanden
Gomezook genaamd Poeloe Kelapa of Poeloe Boenta
Poeloe Batoe of Steeneiland en
Poeloe Angkasa of Angkatja (3) of Lempah,
door de Suratte (Soerati) passage of Pintoe (Sawang) Aroes Ketjil
van Groot-Atjeh gescheiden.
Poeloe Toewan, op 1000 M., ten noorden van Lampagar gelegen,
een 20 M. hooge rots van 400 M. oppervlakte.
(1) Mr. H. D. Levijssohn Norman liet bij zijn bezoek aan den "Willemstoren in
1877 hier deze schoone woorden achter:
„Op de uiterste grens van het Nederlandsch gezag,
Rjjst een vuurbaak, fier in de lucht,
Het stoute gedenkstuk van wat men vermag,
Door geestkracht, volharding en tucht.
(2) Zoo als o. m. Nasi ketjil of Kriseh (Kresik). Nasi besar heet Dedajp.
(3) Zie Indisch Staatsblad van 1884 No. 205.