S93 niet behoeft op te volgen, ondermijnen het prestige van het gezag. Tot op zekere hoogte schijnt men zich daarvan ook op bet Minis terie van Koloniën bewast. Althans is het gewoonte officieren met verlof, die men het een of ander wenscht op te dragen, b. v de tacheering schietschool, commissorialen arbeid etc vooraf te polsen of zij genegen zijn de toegedachte taak te aanvaarden. Van com- mandeeren is dus geen sprake en om de kans op aanneming te ver- hoogen, is men wijs genoeg aan dergelijke opdrachten eenig geldelijk voordeel te verbinden. In art. 11 is sprake van „officieren met verlof, aan wie als zoo danig door Ons of van Ouzentwege dienstverrichtingen in het belang der Koloniën zijn opgedragen." Wellicht zal men mij met een beroep op deze uitdrukking voorhouden, dat de Regiering daaraan wel degelijk het recht ontleent aan verlofgangers diensten op te dragen, zoo al niet in het algemeen in 's lands belang waaronder ook natuurlijk ten dienste van het moederland te begrijpen dan toch wel uit sluitend ten bate der „Koloniën," d. i. Nederlandsch-Indië, want waartoe anders vermeld, dat op daarmee belaste personen de gewone bepalingen mede van toepassing zijn? Dit recht ontken ik geenszins voor zooverre het wordt uitgeoefend in overleg met den verlofganger. Is deze gezind om te arbeiden en de Regeering om hem werk te geven, wel wat zou er tegen wezen om hem te werk te stellen; en om mogelijke punten van geschil af te wenden, gaf de Regeering in art. 11 aan, in welke speciale positie zulke verlofgangers zich bevinden. Omdat het niet uitgesloten is, dat verlofgangers dienstverrichtingen doen ten bate der Koloniën, was het noodzakelijk daarmee in het reglement op de een of andere wijze rekening te houden. Dat is het eenige, wat m. i. art. 11 beoogt. Eene uitdrukkelijke verklaring, dat de Kroon zich voorbehoudt verlofgangers ten behoeve der Ko loniën desnoods huns ondanks opdrachten te geven, kan ik er niet in onderscheiden. Had men zulks willen stipuleeren, de redactie zou geheel anders hebben behooren te luiden. In één punt is de Regeering herhaaldelijk afgeweken van haar beginsel verlofgangers niet dan met hunne toestemming met dienst verrichtingen te belastenik bedoel het naar Indië begeleiden van detachementen suppletietroepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 404