399 schen oorlog; en er is dus zeker geen leger, dat daarmede meer reke ning moet houden dan het Nederl-Indische. Zeker toch is er veel waars in de volgende beschouwing van den schrijver De beschaafde man kent met de meeste juistheid [hier overdrijft de schrijver, ik voor mij zou hier liever neerschrijven „is meer of minder bekend met"] de ligging der hoofdorganen van zijn lichaam en weet iets van hetgeen de aanwezigheid van vreemde lichamen in zijn binnenste kan veroorzaken. Dit zal tengevolge hebben, dat een betrekkelijk geringe verwonding dikwijls voldoende zal zijn om hem over zijn lichaamstoestand en zijn persoonlijke belangen te doen denken meer dan aan het gevecht, waarin hij gemengd is. Dus een betrekkelijk zwak wapen kan dikwijls met succes tegen hem aangewend worden. Geheel anders is dit echter met onbeschaafde volken. Ieder man zal daar bij den aanval op u aanrennen geheel en al er mede vervuld om u te dooden of door u gedood te worden en een van deze beide zaken zal hij tot uitvoering brengen zonder de minste bijgedachte, daar hij van zijn inwendige constitutie even veel afweet als een tijger. Evenals met dit dier, wanneer het u per- soonljjk aanvalt, moet ge er op voorbereid zijn om hem in zijn aan loop te stuiten of om zelf te sterven. De schrijver had hieraan nog kunnen toevoegen, hoe vooral ook het fanatisme bij de onbeschaafde volkeren op dit gebied een groote rol speelt; opgezweept door bijgeloof of godsdiensthaat zagen wij in onze Indische oorlogen meermalen dergelijke aanvallen, die niet anders te stuiten waren dan door man voor man neer te vellen. Menigmaal hoorde ik gevallen noemen, waarin een schot uit onze revolver niet het gewenschte resultaat te weeg bracht; tot mijn spijt wil mij thans echter geen dergelijk geval te binnen schieten, zoodat ik volstaan zal met een door den Engelschen schrijver aangegeven incident uit den grooten Indischen opstand weer te geven. Een officier, die zich bijzonder beroemde op zijn schieten met het pistool, werd aangevallen door een kloeken muiter gewapend met een groot zwaard. Tot zijn ongeluk was de officier voorzien van een Colt's marine-revolver, die van klein kaliber is, een licht, scherp aan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 410