NOG EENS HET INDISCHE LEGER ONDER HET MINISTERIE VAN OORLOG. Op blz. 322 der April-afle vering komt in het „Naschrift der Redactie" op het artikel „Het Indische leger onder het ministerie van Oorlog" onder meer de zinsnede voor „„En eindelijk, zouden wij in dit opzicht school moeten gaan bij „Engeland, Frankrijk en Spanje?" Deze woorden kwamen ons op nieuw in de gedachten bij de lezing van het kort geleden uitgekomen werkje van den generaal Luzeux, bevattende een project voor de organisatie van een Fransch Kolo niaal leger. Welk een tegenstelling! Wij, een der oudste koloniale mogendheden met een ondervinding van eeuwen, te rade gaan bij het buitenland en de volgende woorden van generaal Luzeux: „„Du moment oil nous voulons une armee coloniale distincte de „l'armée nationale, le type dans les armées étranyères dont nous devons nous rapprochèr est incontestablement celui de la Hollandetout au „moins pour certains cas. (1) L'armée anglaise n'est, a vrai dire, „qu'une grande armee coloniale dont la moindre partie et la moins „vigoureuse réside seul dans le Royaume-Uni". Het is wel de moeite waard om een buitenlandsch oordeel te stellen tegenover het oordeel van hen, die door allerlei middelen gaandeweg meer samensmelting tusschen het Ned. en het Ned.-Ind. leger willen in het leven roepen. P. (1) Generaal Luzeux wensoht namelijk i of 5 versohillende koloniale legers, bestemd voor de verschillende Fransche koloniën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 418