414 waardelijk aan de beginselen van het oorlogsrecht onderworpen, omdat dit op de wet van wederkeerigheid is gegrond. Dit wil niet zeggen, dat wij van onzen kant de wreedheden en de trouweloosheid van den inlandschen vijand moeten of mogeD navolgen, indien hij de wetten der menschelijkheid met voeten treedt. De Europeesche mogendheden, die zich als de meest ontwikkelde beschouwen, moeten de minder beschaafde volken leiden, doch niet door deze worden geleid. Eene beschaafde natie, die door hare troepen handelingen van onbeschaafde volken laat plegen, gaat als een volwassene te werk, die de daden van een kind tot voorbeeld neemt. Yolgens Bynkershoek mag men in den oorlog tegen den vijand alles doen, wat men verkiest. Onze hedendaagsche begrippen willen echter, dat men, in geval van wedervergelding, den niet ontwikkelden vijand in zijDe onmenschelijke handelingen niet volge. Men mag echter niet in een ander uiterste vervallen. Het oorlog voeren met humaniteit heeft zijne grenzen. De Maarschalk von Moltke schreef den lleu December 1880 aan Professor Bluntschli, dat het de grootste weldaad in den oorlog is, dat deze spoedig eindige, waarom het geoorloofd moet zijn, daartoe alle middelen te gebruiken, behalve die, welke bepaaldelijk zijn te veroordeelen. Art. 29 der meerge noemde Amerikaansche „Instructions" luidt „The more vigorously wars are pursued, the better it is for humanity. Sharp wars are brief. De Generaal von Clausewitz schreef: „Wir mogen nichts horen von Feldherren, die ohne Menschenblut siegen. Venn das blutige Schlackten ein schreckliches Schauspiel ist, so soil das nur eine Veranlassung sein, die Kriege mehr zu würdigen, aber nicht die Schwerter, die man führt, nach und nach'aus Menschlichkeit stumpfer zu machen, bis einmal wieder Einer dazwischen kommt mit einem scharfen, der uns die Arme vom Leibe weghaut." Men kan moeilijk uit humaniteit nalaten, wat de oorlogstoestand gebiedend vordert. „Der Krieg ist ein roh und gewaltsames Hand- wirk", zeide Schiller, en er bestaan, volgens Clausewitz, geene gevaar- lilker dwalingen dan die, welke uit humaniteit voortspruiten, tegenover zulk een ernstig feit als de oorlog is. Yaak wordt echter humaniteit verward met moraliteit en wapeneer.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 427