439 gedurende den Aijehschon oorlog herhaaldelijk in herinnering worden gebracht. De militaire commandant van Atjeh en Onderhoorigheden, Kolonel Demmeui, schreef in zijne Commandemeutsorder van 24 April 1884, No. 89: „Het is mij ter oore gekomen, dat buitgemaakte wapens niet altijd door de mindere militairen worden ingeleverd, maar van do hand worden gezet aan employés van den aannemer, aan (okobcdicnden en vreemde oosterlingen." „Kolonne- en patrouillecommandanten worden mits deze nogmaals ten strengste aanbevolen, buitgemaakte wapens te doen inleveren." Iu 1891 werd bovenbedoeld beginsel in herinnering gebracht. De Staat kan den soldaat of de troepenmacht, die den buit maakte, tot belooning eeue premie of een aandeel daarin toekennen. Ook kan soms worden toegestaan, een buitgemaakt wapen te behouden. De hyena's van het gevechtsterrein. Ons militair strafwetboek bevat geene strafbepalingen op het berooven of uitschudden van ge sneuvelden, gewonden of krijgsgevangenen. Ook in den Atjehscheu oorlog vond men de bovenbedoelde hyena's aan onze zijde. *Zij wer den voor hunne euveldaden niet gestraft, omdat, nu ons militair strafwetboek daarvan niet spreekt, slechts weinige officieren aan de strafbaarheid van bovengenoemde feiten dachten. Dit is te betreuren want die feiten zijn even onteerend voor het vaandel als het branden, rooven, plunderen en stroopen. Oudere militaire wetboeken straften die feiten en bevatten ter zake speciale bepalingen. In andere legers worden die feiten soms met den dood gestraft. Art. 142 van het ontwerp Nederlandsch Wetboek van Militair Strafrecht luidt: „Met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren wordt gestraft diefstal, gepleegd aan een gesneuvelde of tegen een in den krijg ver wonde." „Pleegt de dader of deelnemer geweld tegen een verwonde met het oogmerk om den diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij het betrappen op heeterdaad, aan zichzelven of andere deelne mers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, dan kan de doodstraf worden opgelegd."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 452