440
Er behoeft geen twijfel te bestaan, dat het Crimineel Wetboek
voor het krijgsvolk te lande feiten als bovenbedoelde niet strafbaar
stelt. Daarvan was sprake in de ontwerpen van een Crimineel Wet
boek van 1808 en 1807 en in het Reglement van Krijgstucht of
Crimineel Wetboek voor de Militie van den Staat van 1799 alsmede
in de Pransche wet van 21 Brumaire an V. Het Crimineel Wetboek
voor het krijgsvolk te lande heeft die feiten niet genoemd en duB
de ter zake in onze vroegere militaire wetgevingen voorkomende
speciale bepalingen weggelaten. Volgens Mr. M. S. Pols schijnt die
weglating met voordacht te zijn geschied, maar om welke reden is hem
onbekend. Daaruit volgt niet, dat handelingen, waarvan hier sprake
is, in onze wetgeving straffeloos mogen worden gelaten, maar wel dat
nu alleen het gemeene recht op die handelingen kan worden toegepast.
Gebruik van vergif om invloedrijke hoofden uit den weg te ruimen.
In het begin van den Atjehschen oorlog had onze vijand de reputatie,
dat hij er niet voor terugdeinsde, zelfs het middel van vergif te ge
bruiken om zijne tegenstanders uit den weg te ruimen. Moge hij
dit middel al tegenover zijne landgeuooten toepassen, tegenover zijn
grootsten vijand, den Nederlander, heeft hij het tot dusver nog niet
toegepast of kunnen toepassen. In het begin van den oorlog waren
wij bevreesd, dat de vijand drinkwaterputten en zelfs vruchten zou
vergiftigen. Die vrees is gebleken ongegrond te zijn. Ik betwijfel
of de Atjeher evenals de bevolking van Amoentaï in de Zuider- en
Oosterafdeeling van Borneo, de kunst verstaat om, zooals beweerd
is, vruchten te vergiftigen, die nog niet opengesneden zijn.
Aangenomen, dat de Atjeher het zeer ver heeft gebracht in de
kunst der Borgia's en wij daarvan de gevolgen hebben ondervonden,
dan geeft ons dit nog niet het recht hem van onzen kant met dezelfde
munt te betalen. Wij zouden dan het laaghartigste middel gebruiken
om onzen vijand afbreuk te doen. Noch oorlogsnoodzaalc noch politiek
kan dat middel rechtvaardigen.
Art. 70 der Amerikaansche „Instructions" luidt:
„The use of poison in any manner, be it to poison wells, or food, or
arms, is wholly excluded from modern warfare. He that uses it puts
himself out of the pale of the law and usages of war."