443
lot in Samalangan. Men kent het treurig uiteinde van onzen Ja-
vaanachen zendeling Mas Soemo Widikdjo, dien de Generaal van
Swieten in December 1873 uit zijn hoofdkwartier naar den Sultan
van Atjeh liet gaan. Tegenover een vijand als den Atjehschen zou
het onzinnig zijn, Europeesche of liefst Nederlandsche parlementairs
te gebruiken, zooals in 1874 door een lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal werd geëischt! Alleen in den oorlog op Java
van 1825 1830 parlementeerde de Kapitein Roeps, die het Javaausch
vloeiend sprak, met den vijand.
Ook in onze oorlogen tegen den inlandschen vijand moeten onze
inlandsche parlementairs aan de twee hoofdeischen voor gezanten
voldoen: 1. kennis van de taal des vijands, 2. beschaafde vormen.
Tegenover de inlandsche diplomatie kunnen de vormen niet genoeg
worden in acht genomen. Aan overdreven eischen te dien opzichte
moet evenwel niet worden toegegeven.
De onderwerping van eene inlandsche bevolking aan ons gezag
gaat vaak gepaard met de aanbieding van eenig geschenk, dat het
symbool dier onderwerping is. Zonder geschenken aan te bieden kan
de inlandsche bevolking door eenig teekeri of symbool laten zien,
dat zij den vrede wenscht Die symbolen worden op Sumatra tanda's
genoemd. Men onderscheidde de tanda's in den Padrioorlog iu tanda
mata en tanda toendoek.
Het geven van tanda's was gedurende dien oorlog zeer in zwang.
Wanneer de Maleische kampong's in de Padangsche bovenlanden
zich aan ons gezag onderwierpen, ontvingen onze autoriteiten na
mens de hoofden van hunne afgezanten als teeken van onderwerping
eenige karbouwen of wapens ten geschenke. Dat teeken werd on
zerzijds een tanda mata genoemd. Het is een vereischte, dat na
het ontvangen van dergelijke geschenken ook onzerzijds een tanda
wordt gegeven, waarop ook de Atjeher gesteld is. Toen de 1° Luitenant
der Infanterie Hendriks gedurende den Padrioorlog met de hoofden
van Soelit Ajer in onderhandeling wilde treden, gaf hij aan hunne
zendelingen als tanda mata eene lans mede, waarop den volgenden
morgen die hoofden met hunne lijfwacht van 150 doebalang's bij
Hendriks kwamen om hem met hunne tanda mata voor elke soe-
koe uit 1 pedang, 1 lans en 1 geweer bestaande hunne onder-