451
waaraan zij zich niet wenschte te onderwerpen door hare kampong's
met medeneming van alle roerende goederen te verlaten werd die
boete veranderd in verplichten nachtelijken patrouilledienst in de
XIII moekim's Oleh Karang, waaraan echter niet lang de hand
werd gehouden.
Men mag aannemen, dat wanneer de solidaire aansprakelijkheid
in de volksbegrippen zetelt, dit zoolang zal duren als het begrip daar
van met de zeden van het volk overeenkomt.
Volgens Europeesche begrippen is het afschuwelijk, wanneer ge
heel onschuldigen moeten boeten voor den schuldige, waardoor de
moord, door den soekoegenoot gepleegd, aan zijne naaste betrekkingen
wordt toegerekend; wanneer de familie voor den misdadiger en de
soekoe voor de familie betalen moet of wel, bij ontstentenis van den
moordenaar of den dief, de soekoe voor het feit, dat op haar grond
gebied is gepleegd. 1) Zoo schreef een rechtsgeleerde.
De onderlinge verantwoordelijkheid is overigens uit een oogpunt
van staathuishoudkunde zeer af te keuren; zij heeft de strekking
alle lust tot bezit bij de bevolking uit te doovenwat baat het toch,
zich kapitaal te vergaderen, wanneer men het door de schuld van
anderen telkens kan verliezen? Zoo schreef een ander rechtsge
leerde. 2)
De Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, de adat eerbiedigende,
schreef bij brief van den leP Gouvernements Secretaris van 13 Sep
tember 1864 No. 1143a, dat het niet wenschelijk, ja zelfs onraad
zaam was, de afschaffing te bevelen van het solidariteitsstelsel, omdat,
welke bezwaren er ook tegen kunnen worden aangevoerd, dat de
een voor de overtredingen en misdrijven van een anderen verantwoor
delijk wordt gesteld, daarin nochtans voor eene onbeschaafde maat
schappij eenige preventieve kracht en een waarborg voor onderling
hulpbetoon gelegen is.
Die Gouverneur-Generaal achtte het voorzichtig, de afschaffing
van het stelsel aan den loop des tijds en aan de werking onzer
rechtsinstellingen over te laten, „waarmede hét niet kan blijven bestaan."
1) Mr. T. H. der Kinderen, ,De algemeene verordeningen tot regeling van het
rechtswezen in het gouvernement Sumatra's Westkust," 2e deel.
2) Mr. W. Rappard, President van den Raad van Justitie te Padang.