454
veiligheid, die tegenwoordig ter Westkust van Sumatra voor per
sonen en goederen heerscht, mag het nuttelooze van de toepassing
van het stelsel der solidaire aansprakelijkheid voor misdrijven op de
veiligheid in het verleden niet worden afgeleid; terwijl de misbruiken,
die in de toepassing van dat stelsel hebben plaats gehad, geen vol
dingend bewijs zijn voor de verkeerde werking er van als preventief
middel van politie.
Waar het solidariteitsstelsel een volksbegrip is, kan het bezwaarlijk
door rechtsgeleerde betweterij ter zijde worden gesteld. De adat
tanggoeng menanggoengdie in meerdere of mindere mate overal in
Indië heeft gewerkt en er nog min of meer in waarde wordt gehou
den, is in de Palembangsche binnenlanden in volle kracht gebleven
en een waarborg voor rust en orde. Geene uitbreiding van politie
macht zou in staat zijn, de zekerheid van personen en goederen zóó
te waarborgen als het solidariteitsstelsel vermag te doen. 1)
Men overdrijve echter niet, zooals in Atjeh gebeurd is. Daar was
een tijd, dat vele der van Sumatra's Westkust op Java terugkeerende
ambtenaren en officieren hunne vrienden en bekenden duchtig ver
veelden met verhalen over het solidariteitsstelsel: de aansprakelijk
heid van eene geheele gemeente voor elk vergrijpdat door een harer
leden werd gepleegd, De Generaal van Swieten scheen tijdens zijn
verblijf in Atjeh gedurende 1873 en 1874 eeu solidariteitsstelsel voor
dit gewest in toepassing te hebben gebrachtniet gemeentelijk, maar
voor het geheele land 2). Na de vermoording van zijn zendeling
Mas Soemo Widikdjo in December 1873 in de nabijheid van Kota
Radja, vermeende de Generaal, dat de hoeloebalang van Pedir, die
eenige dagen te voren met 1000 1500 strijders in Groot-Atjeh
was gekomen, met het oog op den steun, dien hij met die macht
aan de oorlogspartij verleende, daarvoor moest worden gestraft
door de hoofdplaats Pedir door de Marine te laten bombardeeren en
door eene marine-landingsdivisie te laten aanvallen. In 1879 schreef
de Generaal: „Het doel was bereikt; de bestraffing had plaats ge
had. Maar nu er eenige jaren overheen gegaan zijn, en wij de toe-
1) Pruije van der Hoeven, .Veertig jaren Indische dienst."
2) F. S. Nieuwenhujjzen, „Ken woord over De Waarheid van Generaal van
Swieten."