457 eerste stappen daartoe, de tweede maal werdeu zij van onze zijde gedaan en de onderhandelingen met den vijand door den meer ge noemden Kapitein der Infanterie Roeps geleid. Beide keeren had de wapenstilstand voor ons geenerlei voordeel opgeleverd. Uit een practiseh oogpunt heeft het waarde, na te gaan of Dipo Negoro beide wapenstilstanden stipt heeft laten nakomen. Hieromtrent bestaan ten aanzien van den laatsten wapenstilstand twee lezingen. Lange, die het werk van de Stuers over bovenbedoelden oorlog vertaalde, schreef, dat die wapenstilstand „door den vijand stiptelijk werd nagekomen, het geen nog al verwondering moet baren, omdat de muitelingen geene andere tucht kenden dan den invloed van rangen en geboorte, en omdat de bevelen alleen bij monde door soeroehari's (zendelingen) werden overgebracht." Nahuijs beweerde daarentegen, dat deze wapenstilstand niet stipt werd nagekomen en grondde deze bewering op een aan hem gerichten particulieren brief van den Generaal de Koek van 30 Januari 1829, waarin o. m. te lezen staat: „De muitelingen schijnen zich weinig aan den wapenstilstand te storen. Cleerens schrijft mij den 28en, dat er weder eenige schoten bij Pendang (nabij de Bogowonto) vallen." Lange merkte daarbij op „Dat gedurende den wapenstilstand eenige schoten gevallen zijn, be wijst echter geenszins, dat dezelve door de muitelingen is geschonden geworden; want in een land, waar zoo veel gewapend volk, hetwelk van kruit en lood voorzien is, verspreid ligt, en vooral wanneer daarbij niet zulk eene strenge tucht bestaat als bij een Europeesch leger, kan het geene verwondering baren, nu en dan eenige schoten te hooren vallen; doch zeker is het, dat door de muitelingen, gedurende den bedoelden wapenstilstand niets van eenig belang is ondernomen. In Atjeh is van onze zijde het sluiten van een wapenstilstand beproefd, doch het heeft tot niets geleid. Mocht de vijand ooit zoodanig voorstel doen, hij zou ons daarmede slechts om den tuin leiden; tijdwinst zou zijn motief zijn. Zou hij zich bovendien aan dien wapenstilstand houden? In een land als Atjeh, waar de grootste anarchie heerscht, de leiding van den oorlog bij 's vijands zijde niet in één hand wordt gevonden en de vijand slecht gedisciplineerd is,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 470