BRIEF VAN DEN KAPITEIN DER INFANTERIE K. VAN DER MAATEN AAN DE REDACTIE. Batavia, 6 Januari 1897. Zeer geachte Heer Redacteur! Hierbij beb ik bet genoegen U een exemplaar van mijn werk: „De Indische Oorlogen," ter recensie in het Indisch Militair Tijdschrift te doen toekomen. Tevens zou U mij zeer verplichten met het onderstaande in het Tijdschrift te willen opnemen. Enkele personen van zeker gezag op het gebied van de militaire wetenschappen hebben, hoewel zich met den inhoud van het boek over het algemeen kunnende vereenigen, mij hun verwondering over een drietal zinsneden te kennen gegeven. Een tweetal hunner viel over de hieronder sub 1° en 2° bedoelde punteD, een derde over dat sub S°. Daar die zinsneden in mijn boek niet nader toegelicht zijn, acht ik het niet ondienstig de toelichting in het Tijdschrift te geven, opdat zij ook het eigendom worde van hen, die zich het werk eventueel wenschen aan te schaffen. 1. In de inleiding wordt gezegd, dat de stormtactiek naar de musea behoort verwezen te worden. Hu werd de opmerking gemaakt, dat men daaruit zou kunnen afleiden, dat ik bij het nemen van een of andere stelling (kampong, benteng, verschanste linie of anderszins) niet meer zou willen laten stormen Dat is natuurlijk allerminst mijn bedoeling. Onder de z. g. stormtactiek wordt n. 1. verstaan de vechtwijze, welke men bij onze vroegere expeditiën dikwijls zag toepassen, en waarbij men zonder behoorlijke inleiding (voornamelijk met betrekking tot de verkenning), zonder behoorlijke en oordeelkundige doorvoering Dl. I, 1897. 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 474