466
troep, dikwijls met het kapmes in de hand, een geheelen dag noodig
had, om een zeer kleinen afstand af te leggen en men hem dan
rust moest schenken. Tegen den Europeeschen vijand zullen snelle en
geforceerde marschen meermalen voorkomen men denke aan de
marschen in de oorlogen van Napoleon I aan Eransche zijde, aan
de marschen in den Fransch-Duitschen oorlog, o. a. aan die van de
Duitschers van 14 tot 18 Augustus 1870 en van de troepen zal
dan in niet mindere mate groote krachtsinpanning gevorderd worden,
al zij het dan ook langs gebaande wegen en daardoor in een eenigs-
zins anderen zin.
Wat de verpleging aangaat, kan men toch niet ontkennen, dat wij
bij de expeditiën der laatste 20 jaren in dat opzicht, dank zij onze
Intendance, belangrijk veel beter af waren dan in onze vroegere
oorlogen. Men leze hierover o. a, hetgeen de Generaal J. Van Swieten
in zijn „Waarheid enz." zegt. Dat de verpleging soms nog te wen-
schen overliet, is ook in de Europeesche oorlogen niet zonder voor
beeld. Op het oogenblik schieten mij de namen der dorpen niet te
binnen, en mijn boeken en aanteekeningen heb ik niet bij de hand,
doch ik herinner mij enkele voorbeelden gelezen te hebben, dat zelfs
de Duitsche soldaten in 1870, na den geheelen dag gemarcheerd en
gestreden te hebben, 's avonds in hun kantonnementen geen eten
hadden en daarin zelf voorzagen, ten koste van de inwoners.
Hieruit blijkt, dat de verpleging in Europa, ten gevolge van de
oorlogstoestanden, ook niet altijd even schitterend was, en toch werkte
de Duitsche Intendance zeker niet minder goed dan die van andere
legers.
Zou men dan denken, dat onze verpleging op Java bij een oorlog
tegen een Europeeschen vijand altijd even volmaakt zou wezen?
Ik betwijfel het, al deed onze Intendance nog zoo haar best, omdat
nu eenmaal in den oorlog niet alles te voorzien is.
3. De bewering, dat de regels en grondbeginselen der tactiek
overal van kracht blijven, dus ook in onze Indische oorlogen, vindt
ook tegenspraak. Welnu, ik hoop zulks in het derde deel te bewijzen.
Ik zelf behoorde vroeger tot degenen, die beweren, dat onze z. g.
Indische tactiek een geheel andere is dan die in Europa. Sinds ik