479
de theoretici daaromtrent mededeelen, het mag echter zeker niet
de oude lesten en de oude tradities uit het oog verliezen en moet
zich hoeden voor een ongemotiveerde nabootsing van zaken, welke
niet voor zijn toestanden passen.
Schrijver beweert, dat de samenstelling van een tactischen leercursus
tegenover den inlandsehen vijand wel degelijk mogelijk is en hoopt
in zijn boek het bewijs daarvoor te leveren. Wij gaven vroeger aan,
waarom de volvoering daarvan, volgens onze meening zoo moeilijk
is, doch willen volstrekt de onmogelijkheid er niet van betoogen.
Op biz. VIII van zijn voorbericht geeft de schrijver verscheidene
punten van overeenkomst aan in het optreden van de verschillende
inlandsche stammen en wijst er op, dat daaraan wel degelijk tal van
algemeene beschouwingen zijn vast te knoopen. Wij willen daaraan
niets te kort doen, doch reeds op blz. 473 wezen wij er op, dat
men naast vele algemeene wenken, tal van detailbeschouwingen zou
moeten opnemen omtrent de verschillende wijze van optreden tegen
die onderscheidene volkeren onzer archipel.
Als schrijver echter voortgaat en zegt: „Bovendien zou men ver
keerd doen, zich uitsluitend naar de vechtwijze des vijands te regelen
„en zich door hem ia alles de wet te laten stellen", begrijpen wij
hem niet goed.
Als men zich naar zijn vijand regelt, d. w z. rekening houdt met
zijn wijze van bewapening, zijn verplegingssysteem, zijn vechtwijze,
enz., laat men zich dan door hem de wet stellen? Zeer zeker kan
men dat toch in geen enkel opzicht aan het Indische leger en zijn
troepenaanvoerders verwijten. Neen, het tegenovergestelde verwijt
was menigmaal zeer gemotiveerd; dikwijls werd tegen een der
inlandsche volken een expeditie ondernomen zonder voldoende kennis
van land en volk, zoodat èn onze organisatie en uitrusting èn onze
wijze van optreden geen voldoende rekening met dien vijand hielden.
Somwijlen ook werden de lessen, die de krijgsgeschiedenis ons van
vroeger omtrent denzelfden vijand had kunnen bieden, weder uit
het oog verloren.
Onmiddellijk op het bovenstaande volgt als het ware als een
toelichting: „Wij hebben ook rekening te houden met de organisatie,
„bewapening en oefening van ons eigen leger." Zeer zeker, ook