484 inboorlingen van onzen archipel, met wier meerdere of mindere geschiktheid als soldaat en met wier bijzondere karakter-eigenschap pen het veelal gewenscht is rekening te honden 8° de toevoeging van hulptroepen, door inlandsche vorsten en hoofden geleverd, aan onze georganiseerde strijdmacht. Vreemd, zeer vreemd moet het niet alleen nop het eerste gezicht velen" zooals de schrijver vermoedt doch een ieder toeschijnen, dat na deze opsomming de stelling verkondigd wordt: „Het spreekt van zelve, dat al die factoren invloed uitoefenen op „de toepassing van de grondbeginselen en regels der strategie en „tactiek, ze ivijzigen doen zij echter niet." Gelijk wij reeds hiervoren bespraken, dat verschil tusschen die wijziging in de toepassing en die wijziging in de grondbeginselen en regels zelve is ons niet duidelijk. Het hangt er eenvoudig van af, welke regels men stellen wil. In den loop der tijden hebben zeer vele regels zich steeds en herhaaldelijk gewjjzigd en wat verscheidenen als vaststaande regels in Europa mogen aannemen, kan in Indië niet dan gewijzigd toe passing vinden of wel is aldaar niet toe te passen. De zinsnede „Zoo dikwijls tegen die beginselen en regels ge zondigd werd," [n. 1 bij ons in Indië] „bleef de straf niet uit", is dan ook slechts ten deele juist te noemen, d w. z. niet in de bet6e- kenis, die naar wij vermeenen de schrijver daarin legt. Ontegenzeggelijk zijn er in onze Indische oorlogen herhaalde malen fouteD, ook groote tactische fouten gemaakter werd dus gezondigd tegen tactische regels, hetzij overeenkomende met de thans in Europa geldende, hetzij zoodanig gewijzigde, dat wij ze speciaal Indische noemen. Natuurlijk bleef meermalen gelukkig behoeft men niet te zeggen zóó dikwijls - de straf niet uit. Kunnen wij ons dus, zooals uit het bovenstaande blijkt, niet ge heel vereenigen met verschillende door den schrijver verkondigde stellingen, dat het door ons ingenomen standpunt geheel en al van het zijne afwijkt, blijkt duidelijk uit onze nadere beschouwingen om trent de volgende aan 2 ontleende woorden(1) (1) Met het oog op hen, die niet in het bezit van het werk van den heer van der Maaten *ijn, achten wjj deze en andere citaten duidelijkheidshalve noodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 497