38
worden bedekt, waarin met de machine een grisé van kruislijnen
wordt blootgelegd: de steen wordt hierdoor gelijkmatig toegankelijk
gemaakt voor de inwerking van het etsvocht en tegelijkertijd ge
schikt tot afdrukken.
Het is gemakkelijk iD te zien, dat men door achtereenvolgende
etsingen een kleursteen verkrijgt, waarop bij afdrukken alle nuancen,
van de lichtste tot de donkerste, kunnen worden aangegeven. En
bezit men drie kleursteenen, dan krijgt men op deze wijze een zéér
uitgebreid kleurentableau. (1)
De beschrijving der kaart van Java en Hadoera werd op typo-
autographische wijze aangebracht.
Ik sprak zoo juist van de Tcooldrukmethodewelke dient om een
omgekeerd beeld van de kaart op den steen te brengen, dat door
den graveur gevolgd moet worden.
Zij berust op de verharding van kaliumbichromaat in verbinding
met eene organische stof met bijvoeging van eene oostindische-inkt
oplossing in water.
Nadat eene dergelijke couche zeer dun in het donker met watten
op den steen gewreven en gedroogd is, wordt het negatief opgeklemd,
waarna een oogenblik in het zonlicht geëxposeerd wordt. Het door
het licht getroffen beeld verhardt nu en de rest wordt in den donker
met lauw water afgespoeld. Zoo blijft de teekening achter, welke
zich als eene fijne potloodschets aan het oog voordoet.
Bij het Topographisch bureau te Batavia bedient men zich van
deze methode niet, Daar volgt men om de gids voor den graveur te
vervaardigen weder den photolithographischen weg, welke mij evenwel
in dit opzicht minder verkieselijk toeschijnt. In de eerste plaats is de
behandeling veel omslachtigermen moet toch eerst de matrijs op al-
buminepapier vervaardigen, deze geruimen tijd inzwarten en afwasschen
en haar op den steen overbrengen, die vervolgens gegomd en geëtst
wordt.
Nu eerst is de moedersteen gereed, welke den grondslag vormt voor
(i) i>oze vinding, de zoogenaamde etsmethode, welke in tal van werken en brochures
is toegelioht, werd ook besproken in de voordraoht van den Heer Eckstein in de
V. t. b. v. d. K. „de productie en de procédés der Topographisohe Inrichting" (1888
1889 blz. 213 e. v.)