492 in de laatste decennia bij onze inlandsche tegenstanders is waar te nemen," kan men gerust als regel aannemen, dat zich nog steeds veel gevallen zullen voordoen, waarin de aanval met de bajonet geboden is. Niets kan zoo zeer het moreel bij den vijand doen dalen en dat van den eigen troep verhoogen als het vast inprenten bij dien troep van het beginsel, dat elke onverwachte aanval van den inlandschen vijand niet beter kan worden gekeerd dan door een voor zooveel noodig door opmarcheeren front maken naar dien vijand, gevolgd door de commando's „looppas marsch" Attaqueeren." Meermalen ook stuit men zoo onverwacht op vijandelijke loopgraven, bentings enz dat slechts een met beslistheid en kracht ondernomen stormaanval overblijft enz. Wordt vervolgd. Naschrift van de Redactie. Ook op verzoek van den schrijver van dit opstel vestigen wij er de aandacht op, dat daar, waar het bestrijding van.verkondigde denkbeel den betrof, geen critiek in den gewonen zin van het woord is uitge oefend Hij heeft dan ook gemeend slechts zijne inzichten, eenigszins uit voerig toegelicht, tegenover die van den schrijver van »De Indische Oorlogen" te moeten plaatsen. ERRATUM. De schaal van de kaart, der federatiën van Pedir en Gigiëng, gevoegd bij de 3e aflevering, is 1: 200000 in stede van, zooals daarop is aangegeven, 1: 20000.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 505