60
WAPENS.
-
1.
2.
3.
4.
RANGEN.
a
Generaals
7
2
1
10
3
Luitenant-generaals
13
4
3
20
5
Majoor-generaals
48
14
8
70
18
68
20
10
100
26
Een officier, die zich. buitengewoon onderscheiden heeft, en om die
reden eene extra-bevordering verdient, wordt, als het geval er toe
ligt, boven de formatie in zijn nieuwen rang gevoerd, totdat er
eene vacature in dien rang ontstaat, om alsdan door hem ingenomen
te worden.
Een officier, beneden den rang van luitenant-kolonel, maakt geen
bevordering, tenzij hij te voren met voldoenden uitslag een profession-
neel examen heeft afgelegd voor den eerstvolgenden hoogeren rang.
Gebeurt het in de subalterne rangen, dat de examinandus herhaal
delijk in dat examen te kort schiet, dan moet deze binnen 18 maanden
de gelederen verlaten, al naar gelang van zijn dienstjaren met een
gedeeltelijk pensioen of wel met slechts eene gratificatie in eens
welke laatste nooit hooger mag gaan dan het gedurende een vol
jaar genoten traktement.
Een majoor moet minstens 2 jaar dienen, alvorens luitenant-kolonel
te worden, een kapitein 6 jaar, om majoor te worden.
Een 2e luitenant wordt tot len luitenant bevorderd na 3 jaren
dienst, onverschillig of er vacaturen zijn; een le luitenant op gelijke
wijze tot kapitein na 11 jaar dienst als officier.
a>
OQ
"03
c3
m t—
.2
ÏH
G
CÖ
-*->
O
co
co
cl,
<3 <2
G
bD
EH
~G
O O
.2
HH
G
l—i