72 Dit voorstel werd aangenomen en van af 1 Januari 1890 werd de contributieregeling als volgt: Luitenants zouden voortaan f 1 Kapiteins f 1.50 en Opper en Hoofdofficieren f 2 betalen. Ook trad den lsten Juli van dat jaar de regeling in werking, waar bij voortaan de gepensioneerde leden de helft der contributie voor de actief dienenden vastgesteld, zouden te betalen hebben. De jaren 1891 en 1892 gingen kalm voor de vereeniging voorbij, schijnbaar evenwel, want een deel der leden achtte de levensvat baarheid der vereeniging gering en wenschte het bestaan der ver eeniging te verzekeren. De middelen, welke daartoe werden aangegeven, zijn vervat in de betrekkelijke opstellen, welke in de 10e en lle afleveringen van dit tijdschrift over 1892 zijn opgenomen. Hoewel het bestuur meende te moeten opkomen tegen de nieuwe richting, waarin de vereeniging dreigde te worden gestuurd en bij monde van den president verklaarde, dat de vereeniging, geheel be rustende op kameraadschappelijken grondslag en uitsluitend ten doel hebbende om bij het overlijden van een harer leden gelden bijeen te brengen tot onmiddellijken steun der nagelaten betrekkingen, krachtens de statuten niet beschouwd kon worden, als eene onder linge levensverzekering, werd toch door het meerendeel der op den 27sten April 1893 ter algemeene vergadering opgeroepen leden in beginsel besloten, dat wijziging in de statuten noodzakelijk was, In verband hiermede werd eene commissie benoemd, ten einde voorstellen tot herziening van het reglement aan te bieden. Deze voorstellen werden bij missive van het bestuur dd !4 No vember 1893, No. 78, den leden ter kennis gebracht. Het eerste voorstel had tot grondslag billijke contributie-regeling met behoud van het beginsel, dat geen kapitaal wordt gevormd, doch slechts contributie wordt geïnd, voor zoover uitkeeringen moe ten woiden gedaan. Het tweede voorstel daarentegen had ten doel de vereeniging te schoeien op den voet eener levensverzekering om zoodoende den leden de meest mogelijke zekerheid te verschaffen, dat de uitkeeringen zullen plaats hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 83