MILITAIRE BESPIEGELINGEN VAN SENDA
In de 9de aflevering (1896) van dit tijdschrift geeft Senda bespie
gelingen, die, voor een groot deel aan mijn adres gericht, zakelijk
hierop neer komen
a. hij bekent ronduit geen flauw begrip te hebben van wat men
te verstaan heeft door de tactiek tegenover den inlandschen vijand;
b. in weerwil daarvan voelt hij zich geroepen die tactiek te hekelen
c. hij verzoekt om toelichting van hetgeen men onder die tactiek
heeft te verstaan.
Het komt mij voor, dat het voorzichtiger ware geweest het tweede
punt in de pen te houden, totdat op het laatste geantwoord konde
zijn, te meer omdat de uitnoodiging thans in een weinig vriendelijk
kleed is gestoken en daardoor kans hadde gehad onbeantwoord te
blijven. Maar zoo boos zal ik niet wezen.
Wat de officieren bedoelen, die zeggen, dat men spreken mag van
eene tactiek tegenover den inlandschen vijand (kortheidshalve ook
wel eens Indische tactiek genoemd), komt op het volgende neer.
De leer der oorlogvoering berust eensdeels op regels, die onveran
derlijk zijn; deze vormen, wat men zou kunnen noemen het classiek
gedeelte. Wil iemand nu honderd dier regels bij elkander halen en
telkens uitroepen
„Ziet ge wel, dit geldt in Nederland, in Rusland, in Indië, overal
dan heeft hij gelijk, maar laat hij daarop volgen„er is dus geen
verschil", dan heeft hij ongelijk. En aldus redeneert Senda ongeveer
behalve dat hij zijn oordeel op veel minder dan honderd regels heeft
gebouwd.
Naast die vaste regels toch berust de leer der oorlogvoering op
veranderljjke beginselen, die afhangen van den toestand lij ons, bij
de tegenpartij en van de terrein omstandigheden. Yan daar da1
Bronsart von Schellendorf kan spreken van „Zeitgemcisse Fechtweise