86 over het algemeen laag en vlak en op vele plaatsen zeer moerassig. Het terrein tusschen de Belang Tamah en de Belang Bintang bestaat uit 2 a 3 M. hooge terreinverhevenheden, die geheel door kampongs en tuinen bedekt zijn, onderling gescheiden door moerassen en diepe sawah's Het tegen de kampongs der YII moekim's Ateuh grenzende oostelijk deel der Belang Tamah is zeer moerassig en slechts door kleine patrouilles met moeite langs smalle galangan's te begaan. "Van Pango strekt zich door Lamgapang over het noordelijk deel der Bëlang Tamah eene geringe terreinverhooging uit, die eenigszins naar het noordoosten daalt. De Belang Bintang is in het zuidelijk gedeelte iets hooger gelegen dan het kamponggebied van Boeëng. Het noordelijk gedeelte is zeer moerassig. Ook hier vindt men eene zeer lage en moerassige terreinstrook langs den voet der heuvels. De KroeëDg Angër ook Kroeëag Kali genaamd voert het zich daar verzamelende regen- en bergwater naar zee af. De kuststreek tusschen de monding der Atjehrivier en Valsch Pedropunt is door lagunes doorsneden. Langs de geheele Noordkust bestaat het strand uit zand, hier en daar door kort gras bedekt. Van Kota Moesapi tot Valsch Pedropunt verheft zich daarop eene rij niet aaneengesloten, 2 tot 4 M. hooge duinen. Het terrein bij de monding der Atjehrivier bestaat uit moeras door nipahbosch bedekt. Waar door ons geene wegen zijn aangelegd, zijn die oevers voor dat gedeelte onbegaanbaar. Het bebouwde terrein oostelijk van Indrapoeri tot Selimoen is eene ongeveer 2 tot 4 KM. breede sawahvlakte, waardoor de Atjeh rivier stroomt. Aan beide oevers vindt men eene aaneengeschakelde reeks kampongs en tuinen. Dit terrein gaat noordelijk langzamer hand over tot het daar met struikgewas begroeide heuvelland. Ten zuiden wordt het van den voet der steile bergen gescheiden door een meestal kaal heuvelterrein. De vallei van Groot-Atjeh splitst zich boven Selimoen in twee deelen. Het zuidelijk gedeelte, uit het bovenstroomgebied der Atjeh rivier bestaande, bevat twee vrij uitgestrekte sawahvlakteo, door enkele kleine kampongs omgeven; het noordelijk gedeelte, waardoor de Selimoenrivier zich kronkelt, is een licht golvend terrein, waarop sawah's en kleine kampongs elkander afwisselen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 97