585 van de binnen onze linie gevestigde bevolking, zonder reden tal van huizen in de kampong's worden doorzocht en zoodoende met eene ge strengheid wordt te werk gegaan, die de gegeven voorschriften in geenen deele wettigen. Het is mijn uitdrukkelijke wensch, dat afwijkingen van de door mij gegeven bevelen niet meer plaats vinden, terwijl zij, die zich daaraan schuldig maken, streng zullen worden gestraft. Deze order zal op drie achtereenvolgende appèls worden voorgelezen. (1) De klachten over de sectorpatrouilles hielden echter niet op. Bjj nota van 18 December 1885 schreef de plaatselijke commandant te Kota Radja aan alle korpscommandanten der Infanterie: Bij den Civielen en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorig- heden zijn klachten ingebracht, dat de sectorpatrouilles bij het doorzoeken van het terrein op eene wijze te werk gaan, dat der bevolking meer over last wordt aangedaan dan noodzakelijk is. De huizen worden wel eens op eene ruwe wijze doorzocht, zoodat vrouwen en kinderen daardoor in onrust verkeeren; paggers worden veelal doorbroken, terwijl goede wegen of paden naar de kampong's voeren. Haar aanleiding van eene mij gedane opdracht heb ik de eer, UHoogEdel- Gestrenge te verzoeken, te zorgen, dat dergelijke vexatiën niet meer voorkomen. Voorts wordt bepaald, dat huizen slechts bij uitzondering mogen wor den doorzocht, wanneer men daarvoor gegronde redenen heeft. Bij die doorzoekingen zal dan het kamponghoofd of bij afwezigheid van dezen een der oudsten uit den kampong tegenwoordig zijn. Deze order scheen weinig effect te hebbeu gehadwant bij nota van 31 December 1885 schreef de plaatselijke commandant te Kota Radja aan alle korpscomraandanten der Infanterie: niettegenstaande bij dezerzijdsche nota dd. 18 dezer verzocht werd, den commandanten der sectorpatrouilles op te dragen, te zorgen, dat der bevol king niet meer overlast wordt aangedaan dan noodzakelijk is en daarbij bepalingen werden gemaakt omtrent het doorzoeken van huizen, werden toch weder klachten ingebracht door de bevolking van kampong Lam- temin (Ille sector, 12e bataljon Infanterie). Naar aanleiding daarvan wordt de nota dd. 18 dezer in herinnering gebracht en ter stipte opvolging aanbevolen, terwijl voorts wordt be paald, dat de sectorpatrouilles bij het marcheeren door de kampong's zich niet onder de huizen begeven of zich in de onmiddellijke nabijheid ophouden om te rusten. (1) CommandementBorder van 19 Maart 1885, No. 56.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 102