589 openen der barrière slechts eene veldontdekking uit iu de onmiddellijke nabijheid der versterking. De posten van 150 man zullen nu en dan eene patrouille uitzenden om tot de nabijgelegen posten van 50 of 75 man het terrein te door zoeken, voor zooverre dit, binnen de linie gelegen, aan deze grenst. Hinderlagen in de linie. Het al of niet stellen van hinderlagen wordt overgelaten aan de beslissing der postcommandanten. De posten van 150 man kunnen tot 4 hinderlagen, sterk 15 a 20 ba jonetten, uitzetten. Kennisgave van het na zonsondergang uitrukken van troepen. Wanneer bevelen worden gegeven voor het na zonsondergang uitrukken van troe pen b.v. tot het leggen van hinderlagen, hetzij in of binnen de linie zal de Civiele en Militaire Gouverneur daarmede steeds tijdig in kennis moeten gesteld worden. De militaire commandanten op de posten geven daarvan bij optisch sein kennis, wanneer de tijd ontbreekt, dit op andere wijze te doen. Passen. De dagpassen model Lett. C, welke door de verschillende postcommandanten worden afgegeven aan de buiten de linie wonende Atjehers en Arabieren, telkens als deze zich binnen de linie willen begeven, hebben voor iederen dag op eiken post een doorloopend nummer; nummer en naam van den houder worden door den postcommandant geboekt. Bij terugkeer uit de linie worden de dagpassen door den postcom mandant weder ingenomen en vernietigd. Indien de houders niet in den loop van den dag terugkeeren, wordt hiervan door den postcommandant aanteekening gehouden en op zijn journaal melding gemaakt van het nummer van de dagpas en den naam van den houder. Maatregelen hij vijandelijkheden binnen de linie. Op het eerste vuur binnen de linie wordt deze door de posten met hinderlagen afgesloten. De hinder lagen blijven in stelling tot zij telegraphisch bevel tot inrukken krijgen. Passen. Gedurende de maand Maart 1885 zijn nog van kracht de passen, vroeger uitgereikt aan bewoners binnen de linie, met uitzonde ring nochtans van de vergunning tot het dragen van wapens door de mindere hoofden en volgelingen. Lieden, van buiten de linie komende, al zijn zij in het bezit van vroe ger uitgereikte passen, zijn echter ook gedurende de maand Maart ver plicht, zich bij den betrokken postcommandant te voorzien van een dag pas Lett. C. Door deze regeling vervallen alle vroeger uitgevaardigde, hiermede strijdige bevelen. De op de commandementsorder van 1 Maart 1885, No. 40 gemaakte bemerkingen zijn ook op deze niet gelukkig geredigeerde order

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 106