592 terwijl de 7e sector voortaan door het linker half 3e bataljon moest worden afgepatrouilleerd en de 2e en 3e sectoren op ongeregelde tijden en hoogstens om de twee dagen door patrouilles behoorden te wor den bezocht. De Commandementsorder van 81 Augustus 1885, No. 173 bepaalde: De maatregelen bij vijandelijkheden binnen de linieaangegeven in mijne Commandementsorder dd. 24 Mei. j. 1., No. 95, worden mits deze door mij gewijzigd als hieronder volgt. Wanneer binnen de linie geweervuur wordt gehoord, waaruit een vijan delijke aanval kan worden afgeleid, doen de postcommandanten hun troep onmiddellijk onder de wapenen komen; zij geven voorts dadelijk per telephoon kennis van hetgeen zij vernemen aan den Civielen en Militairen Gouverneur of aan den Chef van den Staf en wachten met het stellen van hinderlagen voor het c. q. afsluiten der linie, tot dat weder per telephoon het bevel daartoe wordt gegeven. Mocht de telephonische gemeenschap tijdelijk zijn verbroken of niet in tijds worden geantwoord, dan kunnen de postcommandanten, wanneer zij onverwijld handelen noodig oordeelen, op eigene verantwoordelijkheid maatregelen nemen. Bij Commandementsorder van 15 Mei 1886, No. 86 werd bepaald Met het oog op het bestaande incompleet bij de infanteriekorpsen in dit Commandement worden, ter verlichting van de patrouillediensten der veldbataljons in de sectoren, tijdelijk de ondervolgende wijzigingen gebracht in het bepaalde bij de Commandementsorders dd. 24 Mei a. p., No. 95 en 22 Juli d. a. v., No. 148. 1. Het gedeelte van den len sector ten oosten van den Kroeëng Titih Pandjang zal dagelijks worden doorzocht door een patrouille, beurtelings te geven door de bezettingen van Lamjong en Pakan Kroeëng Tjoet. De sterkte der patrouille, indeeling van kader en manschappen en de af te leggen weg worden geregeld door den militairen commandant van Lamjong in overleg met zijn ambtgenoot te Pakan Kroeëng Tjoet. Eerstgenoemde bepaalt de uren van vertrek en terugkomst. 2. De duinstreek in dienzelfden sector van Kota Poharna tot Kota Radja Bedil ten noorden der lagune zal dagelijks worden doorzocht door een patrouille, uit te zenden van de versterking Kota Poharna. De sterkte en indeeling der patrouille, de uren van vertrek en terug komst en de af te leggen weg worden bepaald door den militairen com mandant aldaar. 3. De gedeelten van den 7en sector en den 6en sector, begrensd door de straatwegen van Oleh Karang naar Boekit Karang en Tjot Iri en den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1897 | | pagina 109